Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over misstanden rondom meldingen van sociale onveiligheid op universiteiten (ingezonden 4 november 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Wangedrag docent «UvA nam klachten over grensoverschrijdend gedrag niet serieus»»?1

Vraag 2

Bent u van mening dat de vele acties die door universiteiten in gang zijn gezet om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en de meldingsprocedures te verbeteren2 voldoende zijn gezien de harde kritiek van dit onderzoek?

Vraag 3

Bent u bereid naar aanleiding van dit bericht (nogmaals) met de Universiteit van Amsterdam in gesprek te gaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de lage meldingsbereidheid onder slachtoffers waarschijnlijk deels te wijten is aan het slechte meldingsbeleid dat wordt gehanteerd, waardoor melders nul op rekest krijgen, meldingen niet goed worden gedocumenteerd en geen duidelijk patroon van wangedrag duidelijk wordt? Zo ja, welke lessen trekt u uit deze specifieke casus die elders ook voor verbetering zullen zorgen?

Vraag 5

Welke verschillen ziet u tussen de ombudsfuncties per universiteit met «stroomschema» samengesteld door de Nationale ombudsman en de VSNU3, met uitwijkmogelijkheid naar de Nationale ombudsman en een mogelijk nationaal onafhankelijk meldpunt?

Vraag 6

Bent u van mening dat de toekomstige ombudsmogelijkheden voldoende zijn om personen een veilige en onafhankelijke plek te bieden waar zij hun melding kunnen doen?

Vraag 7

Kunt u toelichten in hoeverre studenten(organisaties) worden betrokken bij de aanpak van grensoverschrijdend gedrag?

Vraag 8

Bieden de conclusies uit genoemd bericht aanleiding om alsnog een landelijk meldpunt in te stellen, om te verzekeren dat patronen van ongewenst gedrag duidelijk worden en melders een zo laag mogelijke drempel ervaren, gezien de complexiteit van procedures waardoor een «stroomschema» noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

NRC, 3 november 2020

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 624

X Noot
3

VSNU: Vereniging van Universiteiten

Naar boven