Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden
22 oktober 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de verschillende series vragen over de gevolgen
van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (28 april, 1 april en 19 maart)?1
Vraag 2
Wat is het algemene beeld van de situatie van mensen die in de prostitutie werken,
in het bijzonder sinds de instelling van de gedeeltelijke lockdown?
Vraag 3
Hoe is, in de keuze om prostitutie momenteel door te laten gaan, het belang van de
gezondheid van de personen die werken in de prostitutie meegewogen?
Vraag 4
Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de registratieplicht voor contactberoepen
waar het de prostitutie betreft? Klopt onze indruk dat dit momenteel niet gebeurt
en dat het ook voorstelbaar is dat dit in deze branche niet op de korte termijn gaat
gebeuren?
Vraag 5
Welke andere mogelijkheden zijn er om de gezondheid van mensen die werken in de prostitutie
te beschermen, bijvoorbeeld middels een geanonimiseerde registratie van bezoekers?
Kunt u hierbij ook aangeven welke keuzes andere landen, zoals bijvoorbeeld Duitsland,
hierin maken?
Vraag 6
Welke ondersteuning is er voor mensen in de prostitutie die om begrijpelijke redenen
op dit moment niet willen werken, bijvoorbeeld omdat zij een kwetsbaar familielid
hebben of het simpelweg voor zichzelf te risicovol vinden? Is deze ondersteuning ook
toegankelijk voor mensen die niet als ZZP’er geregistreerd zijn of werken middels
opting-in?
Vraag 7
Hoeveel geld is sinds maart 2020 in totaal verstrekt aan steunmaatregelen voor eigenaars
van seksinrichtingen, sekssites, en anderen die bedrijfsmatig geld verdienen aan het
feit dat anderen werken in de prostitutie?
Vraag 8
Hoeveel geld is sinds maart 2020 in totaal verstrekt aan steunmaatregelen voor mensen
die zelf werkzaam zijn in de prostitutie? Hoeveel is daarbij terechtgekomen bij de
mensen die niet als ZZP’er bij de Kamer van Koophandel staan geregistreerd of werken
middels opting-in?
Vraag 9
Klopt het dat er exploitanten van seksinrichtingen zijn die wél steun ontvingen, maar
dat de mensen die in hun inrichting werkten dat niet deden, bijvoorbeeld omdat de
registratie niet goed op orde was of omdat de exploitant weinig waarde hechtte aan
een inschrijving bij de Kamer van Koophandel of enkel mensen via opting-in liet werken?
Zo ja, vindt u dit rechtvaardig?
Vraag 10
Wat gaat u doen om iedereen die werkzaam is in de prostitutie, ongeacht de specifieke
contractvorm, op gepaste wijze te ondersteunen, in het bijzonder wanneer sprake is
van acute nood?
Vraag 11
Kunt u inzicht geven in de totale vraag naar uitstapprogramma’s in 2020 en daarbij
een overzicht geven onderverdeeld naar alle Regeling Uitstapprogramma's Prostitutie
(RUPS)-ontvangende organisaties en niet enkel de penvoerders bij de subsidieaanvraag?
Vraag 12
Is het juist dat zogeheten parenclubs momenteel gewoon doorgang kunnen vinden?
Vraag 13
Geldt voor dergelijke inrichtingen een registratieverplichting?
Vraag 14
Past het binnen de richtlijnen van het RIVM wanneer een dergelijke seksinrichting
tot na middernacht open is, gratis non-alcoholische drankjes aanbiedt, verspreid door
de club meer dan 50 mensen toelaat en speciaal extra avonden plant om meer klandizie
te krijgen? Zo ja, is het vanuit de bestrijding van het coronavirus niet bizar dat,
gezien de aard en schaal van het contact, dit soort clubs in de gedeeltelijke lockdown
«gewoon» door kunnen gaan?
Vraag 15
Bent u bereid het beleid ten aanzien van dit specifiek type seksinrichtingen te herzien?
Zo nee, kunt u uitleggen waarom een koffiezaak of restaurant dat keurig conform de
richtlijnen handelt, momenteel geen bezoekers kan ontvangen en een dergelijke seksinrichting
waarin intiem en wisselend contact onvermijdelijk is, gewoon doorgang kan vinden?
Vraag 16
Wanneer komt het wetsvoorstel Regulering sekswerk nu eindelijk naar de Kamer?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nrs. 2208, 2419 en 2937