Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat vleesrunderen
op vergiftigde grond hebben gegraasd (ingezonden 23 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Ons «vlees» graast op giftige grond: «Je neemt daarmee
wel bewust een risico»»?1
Vraag 2
Bestaat er een nationaal overzicht van alle grassige gebieden waarbij het gevaarlijk
zou zijn om dieren hierop te laten grazen, met name als het vlees bedoeld is voor
menselijke consumptie? Zo ja, waar is dit overzicht te vinden? Zo nee, wordt dit overzicht
opgenomen in het lopende onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) naar de herkomst van o.a. dioxines en bent u bereid dit overzicht daarin op
te nemen?
Vraag 3
Kunt u aangeven of het natuurvlees ook in de reguliere handel terecht is gekomen en
zo ja: hoe en waar?
Vraag 4
Kunt u aangeven of er ook natuurvlees aan het buitenland is verkocht?
Vraag 5
Kunt u uitsluiten dat er vlees voor menselijke consumptie is of wordt aangeboden met
te veel dioxine? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Vallen de grazers in de uiterwaarden onder een hoger risicoprofiel en onder de risicogebaseerde
monitoring op overschrijding van de dioxinenorm door de NVWA? Zo nee, waarom niet?2
Vraag 7
Bent u bereid de NVWA natuurvlees niet alleen te laten testen op dioxine en PCB’s
maar ook op andere toxische stoffen, zoals cadmium, lood, kwik, chroom, PAK, arseen,
nikkel en waterstoffluoride? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom er al jarenlang niet of sporadisch wordt gecontroleerd op de
veiligheid van natuurvlees?
Vraag 9
Ziet u een eventueel verbod op het begrazen van de uiterwaarden als een tijdelijke
maatregel?
Vraag 10
Bent u bereid om werk te maken van het reinigen van de rivierbodems en de uiterwaarden?
Vraag 11
In hoeverre draagt de granulietstort, onder andere in natuurplassen, bij aan de verontreiniging
van plassen, rivierbodems en uiterwaarden met de stof acrylamide, een Zeer Zorgwekkende
Stof (ZZS)?
Vraag 12
Bent u bereid om het adviesrapport dat vorig jaar is opgesteld over het actualiseren
van de lozingsvergunningen voor bedrijven te delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?3
Vraag 13
Hoe verhoudt uw voornemen om voor ZZS'en zoveel mogelijk de kraan dicht te draaien
met de voornemens van Rijkswaterstaat om door te gaan met de granulietstort?
Vraag 14
Erkent u dat decentrale overheden waken over de kwaliteit van het grond-, oppervlakte-
en drinkwater? Zo ja, acht u de decentrale overheden bevoegd om bij de Raad van State
in beroep te gaan als zij van mening zijn dat een gebiedsbeheerder beleid voert dat
leidt tot een onaanvaardbaar negatief effect op de waterkwaliteit? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 15
Bent u bereid om Rijkswaterstaat en andere gebiedsbeheerders te sommeren onmiddellijk
te stoppen met de granulietstort? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Bent u bereid om de stortplaatsen voor granuliet en andere verontreinig(en)de stoffen
te saneren? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Staat u het toe dat een decentrale overheid, in goed overleg met de gebiedsbeheerder,
overgaat tot het saneren van een stortplaats voor granuliet en/of andere verontreinig(en)de
stoffen? Zo ja, bent u bereid om deze partijen desgevraagd te ondersteunen? Zo nee,
waarom niet?