Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de rechtvaardiging van de vrijheidsbeperkende maatregelen ter bestrijding van het coronavirus (ingezonden 21 september 2020).

Vraag 1

Aan de hand van welke criteria wordt bepaald in welke groepen (A, B1, B2 of C), zoals genoemd in de Wet publieke gezondheid, infectieziekten moeten worden ingedeeld?

Vraag 2

Wilt u per ziekte die momenteel is ondergebracht in groep A (COVID-19, Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV), pokken, polio, severe acute respiratory syndrome (SARS), virale hemorragische koorts), groep B1 (een humane infectie veroorzaakt door een dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabies, tuberculose) en B2 (buiktyfus (typhoid fever), cholera, hepatitis A, B en C, kinkhoest, mazelen, paratyfus, rubella, shigellose, shiga toxine producerende escherichia (STEC)/enterohemorragische escherichia coli-infectie, invasieve groep A streptokokkeninfectie, voedselinfectie, voor zover vastgesteld bij twee of meer patiënten met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als een bron) ingaan op de:

  • 1. Infection Fatality Rate (IFR);

  • 2. wijze van besmetting;

  • 3. snelheid van besmetting;

  • 4. weerstand in de samenleving;

  • 5. beschikbaarheid van een effectieve geneeskundige behandeling;

  • 6. eventuele andere criteria aan de hand waarvan wordt bepaald in welke groep een meldingsplichtige ziekte wordt ingedeeld?

Vraag 3

Waarom is COVID-19 per 28 januari jl. ingedeeld in groep A van de Wet publieke gezondheid? Wilt u hierbij ingaan op de medisch-inhoudelijke argumenten, naast de (in de toelichting bij het besluit) reeds genoemde procedurele argumenten?1

Vraag 4

Bent u bereid het advies van het Outbreak Management Team (OMT), waarop destijds gebaseerd is dat COVID-19 zou moeten worden aangemerkt als behorende tot groep A, openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Herinnert u zich uw antwoorden op de vragen 39 en 40 van de d.d. 15 juli jl. gestelde vragen omtrent het coronavirus?2

Vraag 6

Erkent u dat COVID-19 met de kennis van nu aanzienlijk beter behandelbaar is dan medio maart jl., dat de gemiddelde duur van IC-opnames korter is geworden en het aantal patiënten dat eraan komt te overlijden sterk is gedaald?

Vraag 7

Kunt u uit uw eerdere antwoord toelichten waarom het internationaal gezien van belang is dat COVID-19 in Nederland behoort tot groep A, omdat we daarmee aansluiten bij de Europese en internationale meldingsplicht? Erkent u dat de meldingsplicht evenzeer zou gelden indien COVID-19 was opgenomen in een andere groep en dat de indeling louter is gebaseerd op de mate waarin andere dwingende maatregelen kunnen worden opgelegd? Zo ja, waarom heeft u er niet voor gekozen om COVID-19 in een andere groep in te delen?3

Vraag 8

Erkent u dat COVID-19 en influenza sterke gelijkenissen tonen op zowel demografisch als epidemiologisch gebied, zowel qua verspreiding, ziektebeeld en sterftecijfers?

Vraag 9

Erkent u dat COVID-19 een minder grote bedreiging vormt voor onze volksgezondheid dan in eerste instantie werd gedacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom acht u het nog steeds gerechtvaardigd dat COVID-19 in groep A is ingedeeld?

Vraag 10

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, voordat u zult besluiten om COVID-19 niet langer onder groep A te laten vallen?


X Noot
1

Overheid.nl, Regeling 2019-nCoV (https://wetten.overheid.nl/BWBR0043117/2020-01-28).

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, Vergaderjaar 2019–2020, 3966.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II, Vergaderjaar 2019–2020, 3966 (antwoord op vraag 40).

Naar boven