Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «Ouders mbo-leerlingen hebben weinig vertrouwen in coronarooster: «Vier uur naar school in de week is veel te weinig»» (ingezonden 17 september 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ouders mbo-leerlingen hebben weinig vertrouwen in coronarooster: «Vier uur naar school in de week is veel te weinig»»? Deelt u de mening dat de zorgen van ouders begrijpelijk zijn als jongeren per week slecht vier contacturen op school krijgen?1

Vraag 2

Kunt u schetsen hoeveel uren studenten onderwijs volgen bij andere opleidingen en instellingen? Kunt u hierbij aangeven of het om fysieke of digitale contactmomenten gaat?

Vraag 3

Heeft u een beeld van het totale aantal uren onderwijs dat fysiek en digitaal op dit moment aangeboden wordt in vergelijking met voor de coronatijd?

Vraag 4

Begrijpt u dat veel jongeren structuur nodig hebben bij het leren, en dat de fysieke lessen hierbij van belang zijn? Kunt u aangeven hoeveel uur studenten volgens u minimaal fysiek les zouden moeten krijgen? Op welke manier kan volgens u een minimum aantal uren van fysieke aanwezigheid voor deze studenten worden gerealiseerd? Deelt u de mening dat het aantal uren praktijkonderwijs hierbij prioriteit moet zijn?

Vraag 5

Kan uit het servicedocument mbo worden opmaakt dat de regels van de brancheprotocollen gebruikt mogen worden voor praktijkonderwijs? Waarom is dit een keus en niet een verplichting zodat er meer praktijkonderwijs mogelijk is? Wat zijn voor mbo-instellingen afwegingen om niet de brancheprotocollen te gebruiken maar de 1,5 meter te handhaven?

Vraag 6

In hoeverre betekent het gebruik van brancheprotocollen dat studenten onderling dichter dan 1,5 meter bij elkaar mogen komen bij praktijkonderwijs?

Vraag 7

Kunt u uiteenzetten hoe u de afweging maakt om de regels van 1,5 meter te handhaven versus het belang van onverminderd praktijkles?

Vraag 8

Kunt u onderbouwen waarom aan de ene kant mbo-instellingen wel 1,5 meter moeten handhaven, en aan de andere kant instellingen voor het voortgezet onderwijs dit voor 16-, 17- en 18-jarige niet hoeven te doen?

Vraag 9

Kunt u aangeven hoeveel studenten dit jaar voor de havo hebben gekozen in plaats van een mbo-opleiding en wat de redenen hiervoor zijn?

Vraag 10

Heeft het online lesgeven gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs? Hoe houdt u dit in de gaten?

Vraag 11

Heeft uw oproep tijdens de opening van het mbo-jaar om met creatieve oplossingen te komen om stage- en leerwerkplekken te kunnen blijven aanbieden geleid tot nieuwe oplossingen en/of meer stageplekken?

Vraag 12

Wilt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg corona en mbo en ho van 7 oktober a.s.?


X Noot
1

Het Algemeen Dagblad, d.d. 10 september 2020, Ouders mbo-leerlingen hebben weinig vertrouwen in coronarooster: «Vier uur naar school in de week is veel te weinig» (https://www.ad.nl/amersfoort/ouders-mbo-leerlingen-hebben-weinig-vertrouwen-in-coronarooster-vier-uur-naar-school-in-de-week-is-veel-te-weinig~a4404d76/)

Naar boven