Vragen van de leden Aukje de Vries en Lodders (beiden VVD) aan de Ministers van Infrastructuur
en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Flinke
weerstand akkerbouw tegen Waddenagenda» (ingezonden 15 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Flinke weerstand akkerbouw tegen Waddenagenda»? Wat
vindt u van het bericht?1
Vraag 2
Hoe zijn de vertegenwoordigende organisaties van de boeren en meer specifiek de akkerbouwers
(zoals de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV))
betrokken bij het opstellen van de ontwerp Waddenagenda 2050 en wat is er met hun
input gedaan? Hoe zijn de natuurorganisaties betrokken?
Vraag 3
Klopt het dat voor de kuststrook langs de Wadden gekozen is om zowel de Waddenzeekant
als ook de landzijde meer natuurwaarde te geven en er dus brakwaterzones komen? Zo
ja, waarom is daarvoor gekozen? Zo nee, wat is er dan geregeld in de ontwerp Waddenagenda?
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen voor de landbouw en meer specifiek de akkerbouw van de voorstellen
in de ontwerp Waddenagenda? Welke onderzoeken hebben plaats gevonden om te toetsen
wat de gevolgen zijn van de gekozen maatregelen voor de landbouw en meer specifiek
de akkerbouw? Bent u bereid deze onderzoeken met de Tweede Kamer te delen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat de doelen voor Natura 2000, zoals de NAV aangeeft, leidend worden gemaakt
voor het veel grotere Waddengebied? Kunt u een overzicht geven van de maatregelen
die in de huidige Natura 2000 beheerplannen opgenomen zijn voor dit gebied? Zo nee,
waarom niet? Kunt u aangeven welke extra maatregelen zijn toegevoegd en wat de reden
daarvan is?
Vraag 6
Bent u het eens dat kuststrook langs de Wadden in Noord-Holland, Fryslân en Groningen
van groot belang is voor de voedselvoorziening, met name ook door de akkerbouw in
dat gebied? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u het eens dat het voor de Wadden belangrijk is dat ecologie en economie in balans
met elkaar zijn, en dat economische activiteiten, zoals landbouw en akkerbouw, ook
zeker bij het Waddengebied horen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom heeft u zich
dan geen rekenschap gegeven van de landbouw en meer specifiek de akkerbouw?
Vraag 8
Bent u het eens dat de akkerbouwbelangen ook zwaar gewogen moeten worden in de Waddenagenda,
want het is onder meer een zeer belangrijk gebied voor de pootaardappelen, waar Nederland
een leidende positie in heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe komt het belang van
de akkerbouw en landbouw dan tot uiting in de ontwerp Waddenagenda?
Vraag 9
Hoe heeft de constatering in de concept Waddenagenda 2050 «Langs de Waddenkust is
de grondgebonden grootschalige landbouw de belangrijkste economische sector, met name
de akkerbouw. De pootaardappel is economisch gezien de belangrijkste teelt langs de
Gronings-Friese kust en heeft een grote exportwaarde.» een vertaling gekregen in de
ontwerp Waddenagenda?
Vraag 10
Wat is de zienswijze die NAV heeft ingediend met betrekking tot de Waddenagenda? Kan
die worden gedeeld met de Tweede Kamer? Welke landbouworganisaties hebben nog meer
zienswijzen ingediend?
Vraag 11
Bent u bereid om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van de landbouw- en akkerbouwsector
(inclusief meer specifiek de pootaardappelen) over positie in de Waddenagenda en de
Tweede Kamer over de uitkomsten van het overleg te informeren ruim voor het eerstvolgende
algemeen overleg Wadden op 5 november 2020, waar de Waddenagenda zal worden besproken?
Vraag 12
Hoe is de Waddenagenda, die nog niet definitief is vastgesteld, vertaald in de Nationale
Omgevingsvisie (NOVI)? Wat is de status van NOVI op dit moment?
Vraag 13
Bent u bereid om deze vragen één voor één en in ieder geval ruim voor het algemeen
overleg Wadden op 5 november 2020 te beantwoorden?