Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zorgsectoren bakkeleien over opleidingsplaatsen gz-psychologen (ingezonden 4 september 2020).

Vraag 1

Hoe reageert u op de berichtgeving dat er meer vraag is naar gz-psychologen dan er opleidingsplaatsen worden toegewezen, terwijl de druk op de zorg toeneemt vanwege complexere zorgvragen op het gebied van gedragsdeskundigheid?1

Vraag 2

Waarom wilt u niet meer structurele opleidingsplaatsen voor gz-psychologen regelen?

Vraag 3

Waarom krijgen praktijkopleidingsinstellingen met meer opleidingsuren meer recht op de toewijzing van nieuwe opleidingsplaatsen dan kleinere instellingen?

Vraag 4

Kunt u inzicht geven in het aantal opleidingsplaatsen dat het Capaciteitsorgaan heeft geadviseerd in vergelijking met het aantal opleidingsplaatsen dat de stichting Toewijzend Orgaan opleidingsPlaatsen (TOP-opleidingsplaatsen) daadwerkelijk heeft aangewezen? Bent u van mening dat de capaciteitsramingen adequaat gevolgd zijn?

Vraag 5

Is het correct dat dit een probleem is dat al meerdere jaren speelt? Zo ja, waarom is hier nog niets aan gedaan? Bent u van plan de structuur van toekennen van gesubsidieerde opleidingsplaatsen voor gz-psychologen te vereenvoudigen?

Vraag 6

Wilt u de Kamer op de hoogte houden van zowel het gesprek dat met de branchevereniging van zorgorganisaties, ActiZ, en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gaat plaatsvinden over de tekorten aan gz-psychologen, als van de uitkomsten van de evaluatie van Top Opleidingsplaatsen over de indeling voor volgend jaar?

Naar boven