Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de reconstructie van Nieuwsuur waaruit blijkt dat de coronarichtlijnen
tot onveiligheid hebben geleid in de ouderenzorg (ingezonden 27 augustus 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht van de NOS en de reconstructie van Nieuwsuur waaruit
blijkt dat de coronarichtlijnen van het RIVM hebben geleid tot onveiligheid in de
ouderenzorg?1
Vraag 2
Steunt u de zorgkoepels, de Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden en Branchevereniging
ZorgthuisNL nu zij aangeven de richtlijnen van het RIVM niet meer te willen volgen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de medewerkers en bestuurders die vinden dat zij door de RIVM-richtlijnen
in onveilige situaties zijn gebracht, omdat de richtlijnen aangaven dat beschermende
kleding zoals mondmaskers in allerlei gevallen «niet nodig» waren?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de zorgmedewerkers die zeggen dat zij door de RIVM-richtlijnen
zijn besmet geraakt met corona?
Vraag 5
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid nu veel zorgmedewerkers niet alleen ziek zijn
geworden maar ook (nog steeds) kampen met gezondheidsproblemen? Bij wie kunnen ze
terecht als hun werkgevers de RIVM-richtlijnen van de overheid volgden?
Vraag 6
Waarom heeft de Inspectie SZW nog niet onderzocht of de RIVM-richtlijn wel overeenkomt
met de Arbowetgeving? Per wanneer is dit wel het geval en kunt u de uitkomsten naar
de Kamer sturen?
Vraag 7
Klopt het dat de Inspectie SZW de instructie van het kabinet kreeg om de RIVM-richtlijnen
te gebruiken als uitgangspunt bij het toezicht? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe
kan het dat deze onwenselijke vermenging van belangen onder uw leiding plaatsvond?
Vraag 8
Hoe kijkt u er nu op terug dat het RIVM in maart nog zei dat je zonder klachten niet
besmettelijk was en het preventieve gebruik van mondmaskers afraadde? Waar baseerde
het RIVM dit op? Kunt u de rapporten en onderzoeken waar zij dit op baseren noemen
alstublieft?
Vraag 9
Het was in maart toch al zo klaar als een klontje dat je asymptomatisch of presymptomatisch
besmet kon zijn? Waarom bleef ons RIVM ontkennen terwijl in Duitsland toen al strengere
regels golden en het RKI (Duitse RIVM) verlangde dat zorgmedewerkers die in contact
kwamen met ouderen preventief mondmaskers droegen?
Vraag 10
Waarom blijft u de link met de enorme schaarste aan beschermingsmiddelen ontkennen?
Vraag 11
Waarom vond ons RIVM het dragen van FFP-maskers alleen nodig bij «hoogrisicovolle
handelingen» in het ziekenhuis en droegen de Duitse zorgmedewerkers FFP-maskers ook
in de nabijheid van ouderen in verpleeghuizen die slechts werden verdacht van besmetting
met corona?
Vraag 12
Hoeveel zorgmedewerkers raakten er in Duitsland besmet met corona? Hoeveel keer zoveel
als de 17.500 in Nederland? Afgezet tegen het feit dat Duitsland zo’n 4,5 keer meer
inwoners heeft dan Nederland?
Vraag 13
Waarom ontkent u in uw beantwoording van eerdere schriftelijke Kamervragen van vragenstellers
dat er op 10 februari met medeweten van Buitenlandse Zaken een vliegtuig vanaf Schiphol
naar China vertrok met aan boord onze volledige voorraad beschermingsmiddelen? Waarom
ontkent u de getuigenissen van ondernemers die zeggen dat onze groothandels voor beschermingsmiddelen
waren uitgeknepen als tubes tandpasta?2
Vraag 14
Hoe kunt u rijmen dat de RIVM-richtlijn spreekt over het veilig kunnen verzorgen van
een coronapatiënt binnen de anderhalvemeter zolang dit maar vluchtig is en niet langer
dan vijf minuten duurt, terwijl u van de gehele Nederlandse bevolking verlangt dat
ze te allen tijde anderhalvemeter afstand van elkaar houden, zelfs in de buitenlucht
en juist ook als dat vluchtig is?
Vraag 15
Deelt u de mening dat het moeilijk te verkroppen is dat hetzelfde RIVM nu achteraf
stelt dat de verpleeghuizen van de richtlijn hadden mogen afwijken terwijl het Landelijk
Consortium Hulpmiddelen de beschermingsmiddelen juist verdeelde op basis van de richtlijn
en ze dus helemaal niet meer konden bestellen?
X Noot
1NOS.nl, Nieuwsuur, 16 juli 2020
X Noot
2Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3574