Vragen van de leden Sienot en Van Eijs (beiden D66) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Planbureau: investeren in duurzamere eigen woning veelal niet rendabel» (ingezonden 26 augustus 2020).Toelichting:Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kops (PVV), ingezonden 26 augustus 2020 (vraagnummer 2020Z14958).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Planbureau: investeren in duurzamere eigen woning veelal niet rendabel»?1

Vraag 2

In hoeverre deelt u de conclusies van dit rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en hoe verhouden de uitkomsten zich tot de afspraken in het Klimaatakkoord waarin wordt gesteld dat het verduurzamen van woningen lastenneutraal plaats zou moeten vinden?

Vraag 3

In hoeverre onderschrijft u de constatering dat het 35.000 euro kost om een woning energieneutraal te maken?

Vraag 4

Wat onderneemt u om deze kosten verder te verlagen via bijvoorbeeld de Renovatieversneller, aanbod- en vraagbundeling en digitalisering of innovatie, zodat verduurzamen ook voor huishoudens met een lage energierekening gaat lonen?

Vraag 5

Deelt u het inzicht van Urgenda dat het voor miljoenen huiseigenaren al wel rendabel is om het huis te verduurzamen en wat onderneemt u om dit bij deze huiseigenaren sneller te laten plaatsvinden?

Vraag 6

Wat betekenen de uitkomsten van het PBL-onderzoek voor het doel in het Klimaatakkoord om in 2030 1,5 miljoen bestaande woningen te verduurzamen?

Vraag 7

Bent u bereid in gesprek te gaan met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) over het toegankelijk maken van de verduurzamingslening voor een groter publiek, bijvoorbeeld door het bedrag te verhogen van 25.000 naar 35.000 euro?

Vraag 8

Wat is de huidige stand van zaken rondom de invoering van gebouwgebonden financiering en op welke wijze neemt u de kanttekeningen van het PBL mee in de opzet hiervan?

Vraag 9

Hoe reflecteert u op de stelling in het onderzoek dat het voor grootverbruikers alleen rendabel is om te verduurzamen met gebruik van de in 2023 af te bouwen salderingsregeling voor zonnepanelen?

Vraag 10

Hoe verklaart u dat met gelijkblijvende energieprijzen wordt gerekend, terwijl het kabinetsbeleid gericht is op een structurele verhoging van de gasprijs?

Vraag 11

Op welke manier gaat u huishoudens die overwegen zonnepanelen aan te schaffen goed informeren over het voornemen om het salderen pas in 2031 definitief te stoppen, waarmee een terugverdientijd van circa zeven jaar gewaarborgd blijft?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kops (PVV), ingezonden 26 augustus 2020 (vraagnummer 2020Z14958).

Naar boven