Vragen van de leden Harbers en Koerhuis (beiden VVD) aan de ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over het rapport
Woonlastenneutraal woningen verduurzamen (ingezonden 25 augustus 2020).
Vraag 1
Kent u het rapport Woonlastenneutraal woningen verduurzamen van het Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL)?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat woonlastenneutraliteit voor huiseigenaren een essentieel uitgangspunt
van het Klimaatakkoord is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het voor het draagvlak van klimaatbeleid en dus van maatregelen
uit het Klimaatakkoord essentieel is dat de kosten van verduurzaming behapbaar en
betaalbaar zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wat is uw mening over de conclusies die het PBL in dit rapport trekt? Deelt u de conclusie
dat woonlastenneutraliteit voor veel huishoudens niet haalbaar is en dat het heel
lang duurt om de kosten voor verduurzaming terug te verdienen?
Vraag 5
Hoe rijmt u de conclusies uit de voorgaande vraag met het belang van draagvlak en
de belofte dat de kosten voor verduurzaming behapbaar en betaalbaar zouden zijn?
Vraag 6
Herinnert u zich de doorrekening van het PBL van de effecten van het Klimaatakkoord
van 28 mei 2019, waaruit bleek dat de totale investering voor de gebouwde omgeving
uitkwam op 6,8 tot 13,5 miljard euro? Klopt het dat dit bij een doelstelling van 1,5
miljoen woningen en andere gebouwen uitkomt op een gemiddelde investering van € 4.528
tot € 9.017,3 per woning/gebouw? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe verklaart u het (forse) verschil tussen de kosten in de doorrekening in mei 2019
en de berekende investering van circa 40.000 euro in het rapport van 24 augustus 2020?
Vraag 8
Bent u van mening dat de opzet van het warmtefonds, zowel qua rentepercentage als
het maximale leenbedrag, voldoende zorgt voor woonlastenneutraliteit op basis van
de nieuwe bevindingen van het PBL? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid het warmtefonds
hier op aan te passen?
Vraag 9
Welke gevolgen verbindt u aan de conclusie van het PBL dat gebouwgebonden financiering
een duurder alternatief is dan andere financieringsmogelijkheden en de woonlastenneutraliteit
hierdoor verslechtert?
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de analyse van het PBL dat de effecten van de wijkenaanpak op de
betaalbaarheid onzeker zijn? Welke maatregelen neemt u om te voorkomen dat de negatieve
effecten optreden?
Vraag 11
Herkent u de analyse van het PBL dat een kostenreductie van 30% nodig is? Welke maatregelen
neemt u om deze kostenreductie te realiseren en wanneer verwacht u dat de kosten met
minimaal 30% zijn afgenomen?
Vraag 12
Wat doet u om de conclusie dat woonlastenneutraliteit voor vrijwel geen enkele eigenaar-bewoner
haalbaar is te ondervangen? Deelt u de mening dat cruciaal is dat het klimaatakkoord
behapbaar en betaalbaar blijft en dat waar nodig naar goedkopere oplossingen gekeken
moet worden?
Vraag 13
Welke andere gevolgen hebben de conclusies uit bovengenoemd PBL rapport voor het reeds
ingezette klimaatbeleid?
Vraag 14
Met welke investeringskosten per woning wordt in de leidraad die gemeenten gebruiken
voor de wijkenaanpak rekening gehouden? In hoeverre wordt deze leidraad aangepast
als gevolg van het nieuwe PBL-onderzoek?
Vraag 15
Hoe zijn de sterke besparingsverschillen tussen verschillende typen huishoudens meegenomen
in de leidraad die gemeenten gebruiken voor de wijkenaanpak?
Vraag 16
Op welke manier toetst u of gemeenten in de wijkenaanpak daadwerkelijk woonlastenneutrale
plannen maken?
Vraag 17
Is het waar dat het PBL in dit onderzoek niet gekeken heeft naar appartementen en
warmtenetten? Bent u bereid op korte termijn aanvullend onderzoek te laten doen naar
de woonlastenneutraliteit bij appartementen en bij de aansluiting van huizen op warmtenetten?