Vragen van het lid Leijten (SP) aan beide Staatssecretarissen van Financiën over de tweewekentermijn die gehanteerd wordt bij informatieverzoeken aan belastingplichtigen (ingezonden 5 augustus 2020).

Vraag 1

Kunt u aangeven waarom de Belastingdienst wel in de media heeft gereageerd op de Kamervragen van het lid Omtzigt, maar er geen informatie naar de Kamer is gestuurd?1

Vraag 2

Op welke wijze worden ouders, die de stuipen op het lijf is gejaagd, geïnformeerd dat ze langer de tijd hebben om de informatie aan te leveren?

Vraag 3

Erkent u dat het onnodig veel stress bij ouders en kosten bij de Belastingdienst oplevert als dit soort zaken via publieke ophef, in plaats van via goede interne controle, wordt opgelost? Hoe gaat dit in de toekomst voorkomen worden?

Vraag 4

Erkent u dat het niet waar is dat het door de corona-uitbraak komt dat deze brieven aan het begin van de zomervakantie, met een korte reactietijd, zijn gestuurd, maar dat dit al jaren gebeurt? Zo neen, hoe verklaart u dan dat mensen melden dat ze vorig jaar dezelfde behandeling hebben gekregen?

Vraag 5

Klopt het dat ook bij informatieverzoeken bij de inkomstenbelasting korte reactietermijnen gelden? Bijvoorbeeld als iemand wordt gevraagd bewijsstukken te sturen in verband met ziektekosten? Zo neen, kunt u uitsluiten dat dit gebeurt?

Vraag 6

Is het mogelijk dat mensen die een bepaalde code achter hun burgerservicenummer (BSN) hebben staan, bijvoorbeeld duidend op «systeemfraude», kortere reactietijd wordt gegeven als er informatie wordt opgevraagd? Kunt u uw antwoord toelichten?

Toelichting:

In aanvulling op eerdere schriftelijke vragen over hetzelfde onderwerp van het lid Omtzigt, vraagnummer 2020Z1440 (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2020Z14404&did=2020D30680).

Naar boven