Vragen van de leden Ploumen en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Ngo’s: hele modewereld betrokken bij dwangarbeid Oeigoeren» (ingezonden 24 juli 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ngo’s: hele modewereld betrokken bij dwangarbeid Oeigoeren»?1

Vraag 2

Welke concrete stappen zijn gezet nadat u aangaf «zowel bilateraal als multilateraal aandacht te vragen voor de mensenrechten van Oeigoeren en andere moslimminderheden in China» in uw beantwoording op eerdere Kamervragen?2

Vraag 3

Bent u van mening dat ondanks de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf, de Nederlandse overheid tenminste in kaart moet brengen welke bedrijven profiteren van dwangarbeid?

Vraag 4

Heeft u geïnventariseerd welke bedrijven gelinkt zijn aan de uitbuiting van Oeigoeren? Heeft u op basis van eerdere berichten hierover contact gehad met de industrie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid uw afkeuring kenbaar te maken richting de Chinese overheid in navolging van uw collega uit het Verenigd Koninkrijk?3

Vraag 6

Ziet u inmiddels wel reden om in overleg te treden met Europese collega’s om een gezamenlijke reactie te formuleren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Op welke manier en met welk resultaat zijn krachtige internationale reacties gegeven in antwoord op de voortdurende uitbuiting van Oeigoeren, zoals u in uw antwoorden van 27 maart 2020 aangaf nodig te vinden?

Vraag 8

Welke additionele stappen gaat u zetten nu wederom blijkt dat de uitbuiting en dwangarbeid van Oeigoeren voortduurt en wijdverspreid is?

Naar boven