Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Eindhoven gaat windhinder bij nieuwe woontorens te lijf» (ingezonden 11 juni 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «Eindhoven gaat windhinder bij nieuwe woontorens te lijf»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het tegengaan van windhinder een belangrijk aspect bij hoogbouw is, zeker nu naar verwachting steeds vaker hoogbouw wordt toegepast? Zo ja, hoe voorziet de huidige regelgeving in deze windhinder?

Vraag 3

Klopt het dat er, zoals in het artikel wordt gesteld, nog geen nationale richtlijn voor windhinder bestaat, en wat kan de in Eindhoven gebruikte NEN-norm hierin betekenen?

Vraag 4

Denkt u dat met de Eindhovense aanpak om vooraf verplicht te testen op de invloeden van wind rondom hoogbouw een bijdrage geleverd kan worden aan de omgevingsveiligheid en het tegengaan van windhinder?

Vraag 5

Bent u bereid om de lessen die in Eindhoven worden getrokken rondom windhinder breed toe te passen?

Vraag 6

Zo nee, onderzoekt u alternatieve wijzen waarop windhinder en -veiligheid geborgd worden?

Vraag 7

Welke lessen zijn er door het Rijksvastgoedbedrijf getrokken rondom de windveiligheid en -hinder bij ministeriële gebouwen naar aanleiding van onder meer de incidenten bij de Rijnstraat en de Hoftoren in Den Haag?

Vraag 8

Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?


X Noot
1

Eindhovens Dagblad, «Eindhoven gaat windhinder bij nieuwe woontorens te lijf», 9 juni 2020 https://www.ed.nl/eindhoven/eindhoven-gaat-windhinder-bij-nieuwe-woontorens-te-lijf~a059bd1c/

Naar boven