Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het gebruik van data door middel van de Leefbaarheidseffectrapportage, bewonersparticipatie en de Omgevingswet (ingezonden 2 juni 2020).

Vraag 1

Kent u de berichten «Deze wijk weet álles over zichzelf»1 en «Met data wordt bewonersparticipatie wél een succes»?2

Vraag 2

Kent u het daarin besproken instrument: de Leefbaarheidseffectrapportage (LER)?

Vraag 3

Bent u van mening dat bij het verdichten van wijken of grote bouwplannen het goed is om, naast het voldoen aan de normen per bouwproject, ook het effect op de leefbaarheid mee te wegen?

Vraag 4

Hoe ziet u de plaats van de LER of een dergelijk instrument binnen de werkwijze van de omgevingswet?

Vraag 5

Denkt u dat hiermee een bijdrage kan worden geleverd aan het doel van de omgevingswet, namelijk het bereiken van een balans tussen een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit en het vervullen van maatschappelijke behoeften?

Vraag 6

Bent u bereid om te onderzoeken hoe de LER of dergelijke instrumenten op meer plekken kunnen worden ingezet?

Vraag 7

Bent u bereid om te onderzoeken hoe de LER verbeterd kan worden en zo tegemoetkomen aan zorgen over het onvoldoende meewegen van bovenwijkse aspecten en NIMBY-gedrag?

Vraag 8

Zo nee, bent u bereid om te kijken hoe op andere wijze informatie, op het gebied van bijvoorbeeld parkeerplaatsen, voorzieningen, groen, luchtkwaliteit en geluid, breder en makkelijker toegankelijk kan worden gemaakt voor bewoners?

Naar boven