Vragen van de leden Kuiken en Moorlag (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over drugssmokkel op zee (ingezonden 12 mei 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «Drugssmokkel op zee. Bij terugkeer ligt het bootje lager in het water»?1

Vraag 2

Deelt u de mening van de in het artikel genoemde officier van justitie dat de visserijsector in toenemende mate vatbaar lijkt voor druk en geld van criminelen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening van het team Volans dat drugssmokkelende vissers niet in aanmerking mogen komen voor subsidies om de visserij op de Noordzee te saneren of verduurzamen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening van dit team dat de pakkans voor drugssmokkelende vissers op dit moment laag is? Zo ja, wat gaat u doen om die pakkans te vergroten? Zo nee, waar blijkt het tegendeel uit?

Vraag 5

Deelt u de mening van dit team dat het mogelijk moet worden om visvergunningen en schepen van veroordeelde vissers af te nemen? Zo ja, waarom en hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Acht u de omvang van de geschetste problematiek dusdanig groot dat vissers die vergunningen aanvragen voortaan een Bibob-toets moeten ondergaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en hoe gaat er dan wel de integriteit van vergunning aanvragers getoetst worden?

Vraag 7

Deelt u de mening van de in het bericht genoemde officier van justitie dat betere controles van vissersschepen op opvallende financieringen, het uitzetten van volgsystemen op zee of op verdachte tijdstippen waarop schepen uitvaren nodig is? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

NRC, 9/10 mei 2020. p. 28/29

Naar boven