Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat de VN waarschuwt voor een hongerpandemie (ingezonden 28 april 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «VN: er dreigt een hongerpandemie»?1

Vraag 2

Deelt u de analyse van het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN dat het aantal mensen met levensbedreigende honger kan verdubbelen zonder additioneel ingrijpen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat hulp bieden in een vroeg stadium veel menselijk en financieel leed kan voorkomen? Zo ja, bent u bereid aan het verzoek van het WFP tegemoet te komen om toegezegd geld vervroegd over te maken? Om hoeveel geld zou dit gaan in het geval van Nederland?

Vraag 4

Hoe groot acht u het risico dat de voedselzekerheid van landen die sterk afhankelijk zijn van geïmporteerd voedsel, maar hun exportinkomsten nu zien instorten als gevolg van de COVID-19 pandemie, in gevaar komt? Op welke manier kunt u eraan bijdragen om dit te voorkomen?

Vraag 5

Kunt u een update geven van de situatie in Oost-Afrika met betrekking tot de sprinkhanenplaag? Hoeveel families in welke landen zijn hier direct door getroffen? Heeft er een verdere verslechtering plaatsgevonden. Zo ja, bent u bereid om opnieuw af te wegen of een additionele bijdrage opportuun is?

Vraag 6

Bent u bereid om de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) te verzoeken om ten aanzien van de adviesaanvraag over de wijze waarop Nederland via internationale hulp kan bijdragen aan de mondiale coronabestrijding, specifiek aandacht te besteden aan het verbeteren en garanderen van de voedselzekerheid, met name in Afrikaanse landen, voor iedereen, inclusief de meest kwetsbaren?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul (PvdA), ingezonden 23 april 2020 (vraagnummer 2020Z07400).

Naar boven