Vragen van de leden Hijink en Van Gerven (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de gevolgen van beleidskeuzes bij de bestrijding van de coronapandemie
in Nederland (ingezonden 20 april 2020).
Vraag 1
Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking zal naar verwachting besmet raken met
het coronavirus bij voortzetting van het huidige mitigatiebeleid, voordat er een vaccin
beschikbaar is?
Vraag 2
Met hoeveel zekerheid is op dit moment te stellen dat, aangezien nu wordt uitgegaan
van een groepsimmuniteit bij een doorgemaakte besmetting bij 50–60% van de bevolking,
deze percentages gelden voor het coronavirus – mede in het licht van recente aanwijzingen
dat mensen die een minder ernstig ziekteverloop hebben doorgemaakt ook minder antistoffen
lijken aan te maken en er ondertussen ook nog onzekerheid is ontstaan of mensen die
de ziekte al hebben doorgemaakt mogelijk weer herbesmet kunnen worden?
Vraag 3
Van welk sterftepercentage bij besmetting gaat u uit als basis voor de huidige beleidskeuzes?
Vraag 4
Is volgens u de kern van de te maken keuze van het beleid rondom het coronavirus de
vraag hoe we kunnen voorkomen dat onze gezondheidszorg overbelast raakt óf hoe we
de meeste sterfgevallen kunnen voorkomen?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de stelling dat het niet alleen gaat om de waarde van het reproductiegetal
(R0) onder de waarde van één te krijgen, maar vooral hoe je dat het snelst en het
sterkst doet, en of je er wellicht niet zeer expliciet naar moet streven die R0 waarde
zo snel mogelijk en zo dicht mogelijk bij nul te brengen?
Vraag 6
Wat zijn de te verwachten totale overlijdensaantallen in Nederland uitgaande van de
volgende drie beleidsopties: a) geen interventies b) het huidige in Nederland gevoerde
mitigatiebeleid. c) maximale lockdown, vergelijkbaar met die in Wuhan?1
Vraag 7
Waarop baseert de regering (of haar adviseurs) berekeningen over het aantal te verwachten
overlijdens bij het nemen van verschillende maatregelen/verschillende beleidsopties?
Gebruikt men hiervoor een bepaald model? Zo ja, kunt u meer details geven over dit
model en kunnen de uitkomsten hiervan voor de verschillende beleidsopties zoals genoemd
in de vorige vraag met de Kamer gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Leidt het huidige mitigatiebeleid, waarbij gekozen is voor'flattening the curve»,niet automatisch ook tot een verbreding van die curve en daarmee tot een langere periode
waarin er maatschappelijk en economisch schadelijke beperkingen zoals onder andere
sluiting van scholen, bedrijfslocaties, horeca en amusementlocaties moeten blijven
bestaan?
Vraag 9
Hoeveel nieuwe besmettingen zijn sinds de laatste aanscherping van het beleid op 23 maart
jl. met tests geconstateerd, die op grond van contactopsporing met zekerheid of door
gemiddelde incubatietijd met grote waarschijnlijkheid zijn opgetreden na die aanscherping?
Wat is de beste schatting van de werkelijke aantallen vergeleken met de met tests
vastgestelde besmettingen, gezien de bekende onderrapportage?
Vraag 10
Hoe ziet de trendlijn van het aantal nieuwe besmettingen per dag er tot op heden uit,
sinds de minimale incubatietijd na de datum van de laatste beleidsaanscherping waarbij
ook de later binnenkomende meldingen verwerkt zijn?
Vraag 11
Leidt een zogenaamde «harde lockdown» tot een besmettingsniveau dat zo laag is dat
je daarmee dan ook sneller in een veel gunstigere uitgangspositie verkeert voor vervolgbeleid
vanaf dat moment, met onder andere minder langdurig noodzakelijke maatschappelijk
en economisch schadelijke beperkingen zoals genoemd in de achtste vraag?
Vraag 12
Leidt het huidige beleid in vergelijking met een «harde lockdown» tot meer ziektegevallen,
waarna deze mensen na genezing nog langdurig door blijvende gezondheidsschade een
groter beroep op de gezondheidszorg zullen doen met bijbehorende stijgende kosten
en natuurlijk ook een verminderde kwaliteit, en wellicht kwantiteit, van leven?
Vraag 13
Bent u ermee bekend dat de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) op 12 maart als advies voor het beleid aangaande de bestrijding van de coronapandemie
«beleid dat toegesneden is op de lokale omstandigheden» maar wel met «containment
als belangrijkste centrale uitgangspunt» heeft gesteld?2
Vraag 14
Wilt u deze vragen alle afzonderlijk beantwoorden?
X Noot
1Technische briefing Jaap van Dissel over Covid-19 in de Tweede Kamer, 16 april 2020.