Vragen van de leden Kwint, Futselaar en Alkaya (allen SP) aan de Ministers voor Economische
Zaken en Klimaat, van Financiën en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over ondersteuning
voor zelfstandigen en de culturele sector (ingezonden 31 maart 2020).
Vraag 1
Bent u van mening dat met de brief waarin u antwoord geeft op de aangenomen motie-Jetten
c.s. voldoende recht gedaan is aan het verzoek van de Kamer, namelijk het komen tot
een steunpakket voor de culturele sector om de gevolgen van de coronacrisis te kunnen
dragen? Zo nee, met welke maatregelen bent u voornemens nog verder te komen?1
Vraag 2
Herinnert u zich dat u in uw brief spreekt van onduidelijke communicatie over de deadline
tot wanneer evenementen niet door mogen gaan? Kunnen ondernemers die door deze onduidelijkheid
plotseling aansprakelijkheid dragen voor het afzeggen van evenementen aanspraak maken
op compensatie voor de geleden schade door deze slechte overheidscommunicatie?2
Vraag 3
Waarom kunnen kappers wel aanspraak maken op aanvullende steunmaatregelen, maar bijvoorbeeld
tatoeëerders of andere ondernemers met SBI-code 9609 niet? Moeten deze ondernemers
niet ook vanwege het directe fysieke contact met hun klanten de deuren nu sluiten?
Bent u bereid deze omissie te repareren?
Vraag 4
Herkent u de zorgen van uitbaters van bijvoorbeeld monumenten dat zij niet alleen
de toegangsprijzen missen, maar ook bijvoorbeeld klandizie in hun klantenshops, horeca,
rondleidingen enz.? Bent u bereid om met het veld in gesprek te gaan om te kijken
hoe aanvullende compensatie soelaas kan bieden?
Vraag 5
Welke mogelijkheden zijn er voor zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) die in de
loop der jaren hun werkveld hebben verlegd, maar nog altijd bij de Kamer van Koophandel
een oude SBI-code hebben? Kunnen zij wanneer ze kunnen aantonen ander werk te doen
alsnog in aanmerking komen voor ondersteuning?
Vraag 6
Waarom is de eis dat het huisadres niet het adres van het bedrijf mag zijn als voorwaarde
toegevoegd? Erkent u dat voor heel veel zelfstandigen in de culturele sector (maar
ook daarbuiten) hun huisadres een heel logische vestigingsplaats voor hun onderneming
is? Bent u bereid om deze voorwaarde te schrappen?
Vraag 7
Wat was uw overweging om bijvoorbeeld grote sectoren zoals beeldende kunsten, vormgeving
en architectuur niet toe te voegen aan de culturele sectoren waar specifieke steun
voor wordt aangeboden? Bent u bereid dit alsnog te overwegen?
Vraag 8
Vallen poppodia ook onder de regelingen voor theaters en schouwburgen? Geldt dit ook
voor festivals? Zo nee, deelt u dan de zorgen dat dit tot een kaalslag in de popmuziek
sector kan leiden?
Vraag 9
Bent u bereid om, wanneer blijkt dat dit pakket niet afdoende is om grote schade aan
de culturele sector te voorkomen, alsnog te komen tot een garantiefonds voor makers
en instellingen? Zo nee, waarom niet.
Vraag 10
Waarom is besloten om de non-food retail niet mee te nemen in de regeling Tegemoetkoming
ondernemers getroffen sectoren, terwijl hier ook grote verliezen worden gemaakt door
de Corona-crisis, onder andere door het advies van de overheid om zoveel mogelijk
thuis te blijven?
Vraag 11
In hoeverre valt het advies van de premier «blijf zoveel mogelijk thuis»3 te rijmen met de uitspraak van de Staatssecretaris van Economische Zaken «Je mag
naar een winkel gaan, dus doe dat dan ook»?4
Vraag 12
Mocht het kabinet besluiten tot verder beperkende maatregelen voor bedrijven, bijvoorbeeld
sluiting van de non-food retail, zal de regeling Tegemoetkoming ondernemers getroffen
sectoren dan worden uitgebreid tot deze sectoren?
Vraag 13
Indien bovenstaande groepen uitgebreidere ondersteuning via onder meer de regelingen
NOW en het noodloket krijgen, zoals voorgesteld in deze vragen, is de afgelopen donderdag
door de Kamer geaccordeerde suppletoire begroting dan voldoende? Zo nee, hoeveel geld
dient dan extra te worden toegevoegd?