Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mogelijke ondersteuning van AOW-gerechtigde zelfstandig ondernemers die in de knel komen door de coronacrisis (ingezonden 26 maart 2020).

Vraag 1

Is het waar dat zelfstandige ondernemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geen gebruik kunnen maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), en daardoor niet in aanmerking kunnen komen voor tijdelijke inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum, en het aanvragen van een lening voor bedrijfskapitaal?1

Vraag 2

Waarom geldt deze regeling niet na de pensioengerechtigde leeftijd?

Vraag 3

Is dit onderscheid op grond van leeftijd gerechtvaardigd en geoorloofd? Kunt u uw antwoord motiveren?

Vraag 4

Kunnen gevestigde zelfstandig ondernemers die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben niet óók in de knel komen door de coronacrisis, waarbij hun inkomen onder het sociaal minimum raakt? Kunt u uw antwoord motiveren?

Vraag 5

Waar kan een pensioengerechtigde zelfstandig ondernemer met jongere partner terecht voor ondersteuning, indien zijn inkomen als gevolg van de coronacrisis onder het sociaal minimum terecht komt?

Vraag 6

Vindt u het niet nodig om de economische activiteit van pensioengerechtigde zelfstandig ondernemers te beschermen tegen de gevolgen van de coronacrisis, door ook hen in de gelegenheid te stellen onder de voorwaarden van de Tozo een lening voor bedrijfskapitaal aan te vragen tot een maximum van 10.517 euro? Kunt u uw antwoord motiveren?

Vraag 7

Biedt de overheid nog andere mogelijkheden aan pensioengerechtigde zelfstandig ondernemers om hun ondernemerschap te beschermen tegen de gevolgen van de coronacrisis? Zo ja welke? Zo niet, waarom niet?

Naar boven