Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de mishandeling van honden, in training
bij leden van de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging (KNPV) (ingezonden
23 maart 2020).
Vraag 1
Kent u de aflevering van Undercover van 19 maart jongstleden, waarin te zien was dat
honden in training bij leden van de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging
(KNPV) worden mishandeld, onder andere met prikbanden, stokken, een stroomstootwapen
en een balk die onder stroom staat?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze beelden?
Vraag 3
Worden deze mensen vervolgd voor de op de beelden duidelijk zichtbaar gepleegde strafbare
feiten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kan hen een houdverbod opgelegd worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoeveel honden die op dit moment werken voor overheidsdiensten zoals politie en douane,
zijn afkomstig van de betreffende hondenscholen?
Vraag 6
Kunt u zich de aflevering van Rambam van 18 januari 2018 herinneren, waarin te zien
was dat bij een tiental hondenscholen van de KNPV op grote schaal honden werden mishandeld,
waar attributen als slipkettingen, prik- en stroombanden werden gebruikt, en waar
honden werden geslagen met flessen die met grind waren gevuld?2
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de KNPV al in 2018 aangaf de situatie te willen verbeteren,
maar dat hier tot nu toe niets van terecht is gekomen?
Vraag 8
Deelt u de conclusie dat sprake is van een structureel probleem, aangezien sancties
tegen individuele verenigingen en leden van de KNPV in 2018 niet hebben geleid tot
het uitbannen van mishandeling van honden tijdens de trainingen?3 Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Kunt u zich de antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van de aflevering
van Rambam in 2018 herinneren, waarin u aangaf dat de verantwoordelijkheid voor het
keihard aanpakken van particuliere (zelfbenoemde) hondentrainers die dieren mishandelen
«primair bij de sector [ligt]»?4
Heeft u naar aanleiding van de nieuwe beelden van de mishandelingen en de uitspraken
van de KNPV tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) («het is niet aan de bestuurder van de KNPV om het verbod [op de prikband] te handhaven.
[...] Er zijn een aantal instanties in Nederland die handhaven, en daar is de KNPV
er geen van») nog steeds het vertrouwen dat de sector het probleem eigenstandig zal oplossen?
Zo ja, waar baseert u dat vertrouwen op?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het trainen van honden die voor een overheidstaak ingezet worden,
niet moet worden overgelaten aan particuliere hondenscholen waar een zwijgcultuur
heerst? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Deelt u de mening dat het geld dat verdiend kan worden met het snel trainen van honden,
een perverse prikkel vormt om honden te mishandelen tijdens de training?
Vraag 12
Bent u bereid hondentrainer (kynologisch instructeur) een erkend beroep te maken en
regels op te stellen voor de wijze waarop honden getraind worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid het trainen van honden die voor overheidstaken worden ingezet, volledig
onder te brengen bij de overheid, zodat perverse financiële prikkels verdwijnen, er
deskundige hondentrainers aangesteld kunnen worden en er adequaat toezicht op gehouden
kan worden? Zo nee, waarom niet?
X Noot
3«De KNPV heeft aangegeven dat wanneer er sprake is van misstanden wat betreft het
dierenwelzijn, de KNPV sancties toepast ten aanzien van de betrokken vereniging (intrekken
erkenning) of het betrokken lid (schorsing of ontzetting uit het lidmaatschap). De
KNPV heeft verder laten weten dat tegen één lid de voorgenomen ontzetting uit het
lidmaatschap van de KNPV is uitgesproken en dat er een onderzoek is ingesteld naar
de leden en aangesloten verenigingen die in de televisiebeelden te zien waren of genoemd
zijn.» Zie: Antwoord op vragen van het lid Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de uitzending van Rambam, waaruit blijkt dat trainers
(politie)honden ernstig mishandelen. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018,
nr. 1292.
X Noot
4Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1062.