Vragen van het lid Renkema (GroenLinks) aan de Staatssecretaris voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid over ontwikkelingen op het dossier BUIG, bekostiging bijstandsuitkeringen
en uitspraak Centrale Raad van Beroep (ingezonden 28 februari 2020).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat zowel de gemeente Utrecht, als de gemeente Den Haag opnieuw
naar de rechter stappen, omdat u geen compensatie biedt voor de schade die deze gemeenten
hebben geleden als gevolg van de verdeling van de bijstandsbudgetten in 2015 en verder?
Kunt u uitleggen waarom u de eerdere rechterlijke uitspraak hierover naast u neerlegt?
Vraag 2
Klopt het dat er ook over arbitrage gesproken is, maar dat u hier niet op ingegaan
bent? Waarom heeft u ervoor gekozen om hier niet op in te gaan en daarmee de voorkeur
te geven aan een juridische procedure boven overleg met de gemeenten?
Vraag 3
Welke gemeenten hebben er, net zoals Amersfoort, Utrecht, Den Haag en Den Bosch, in
de afgelopen vijf jaar nog meer bezwaar aangetekend tegen besluiten van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over bijstandsbudgetten? Kunt u een overzicht
maken vanaf 2015 tot nu toe met alle bezwaar- en beroepsprocedures als het gaat om
het voorlopige budget, het definitieve budget of de vangnetuitkering?
Vraag 4
Welke gemeenten zijn op dit moment «pechgemeenten» die dus zelf geld moeten bijleggen
en hoe groot zijn dan de tekorten in die gemeenten? Kunt u in een overzicht weergeven
hoeveel er per jaar aan tekort door gemeenten in totaal is geleden?
Vraag 5
Welke gemeenten zijn de «voordeelgemeenten» die dus het overschot op het bijstandsbudget
mogen behouden en hoe groot zijn die overschotten dan? Kunt u in een overzicht weergeven
hoeveel er per jaar aan overschot door gemeenten is gerealiseerd?
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u voor een verbetering van de verdeling van de middelen tussen
pechgemeenten en voordeelgemeenten?
Vraag 7
Kunt u uitleggen waarom het in het huidige stelsel mogelijk is dat gemeenten onbeperkt
voordeel kunnen halen uit het budget Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten
(BUIG-budget), en dat dit budget vrij besteedbaar is, en dus ook aan andere doelen
dan kwetsbare mensen kan worden besteed?
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat in de uitspraak van juli 2019 de Centrale Raad van Beroep
(CRvB) aangeeft dat het Ministerie van SZW ook onderzoek had moeten doen naar de gevolgen
van de uitkomst van het verdeelmodel, omdat de onevenredigheid van de uitkomsten van
het verdeelmodel volgens de CRvB aan de voorkant al door het Ministerie van SZW onderzocht
zouden moeten zijn? Op welke manier heeft u, gezien de uitkomst van deze procedure
waarbij het ministerie in het ongelijk gesteld is, dit onderzoek nu vormgegeven?
Vraag 9
Wat legitimeerde het gebruik van een alternatief verdeelmodel (model 2017) als model
om een nieuw besluit over het jaar 2015 op te baseren?
Vraag 10
Op welke manier gaat u de onderzoeksplicht als bedoeld in bovenstaande vraag in de
toekomst vormgeven?
Vraag 11
Vindt u ook dat gemeenten op individueel niveau voorzien moeten worden van een kostendekkende
financiering voor de uitvoering van de bijstand? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe kan
het dan dat gemeenten een tekort of een overschot hebben?
Vraag 12
Hoe heeft u invulling gegeven aan het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur
(ROB) om tot financiële compensatie over te gaan voor de tekorten die ontstaan bij
gemeenten? Klopt het dat van compensatie in de zin van het ROB-advies geen sprake
is geweest?
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat gemeenten al te maken hebben met tekorten op de jeugdhulp
en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), dat het budget voor inburgering nog niet
geregeld is en dat er voor het probleem van de verdeelsystematiek van de bijstandsbudgetten
nog geen structurele oplossing door u is geboden? Wat vindt u ervan dat gemeenten
al deze tekorten zelf hebben moet opvangen en dat zonder gewijzigd beleid ook in de
toekomst zullen moeten blijven opvangen? Deelt u de zorgen dat heel veel mensen hier
straks de dupe van gaan worden? Welke aanpak stelt u voor om deze tekorten in het
gehele sociale domein op te lossen?