Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over
het artikel «Klimaatsceptisch Nederland profiteert nog altijd van netwerk en geld
uit fossiele industrie» (ingezonden 26 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Klimaatsceptisch Nederland profiteert nog altijd van
netwerk en geld uit fossiele industrie»?1
Vraag 2
Bent u bekend met de stichting Clintel, die bericht over klimaatverandering en klimaatbeleid?
Vraag 3
Herkent u de analyse van Follow the Money dat Stichting Clintel niet zozeer gericht
lijkt op het vooruit helpen van de klimaatwetenschap, maar vooral op het zaaien van
twijfel over de algemeen geaccepteerde theorie van klimaatverandering via het verspreiden
van pseudowetenschap?
Vraag 4
Heeft de rijksoverheid gebruik gemaakt van de diensten van stichting Clintel? Zo ja,
wanneer en in welke context?
Vraag 5
Deelt u de menig dat iedereen deel mag nemen aan het klimaatdebat, maar de beleidsbeslissingen
gemaakt dienen te worden op basis van wetenschappelijk getoetste informatie? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening van de vraagsteller dat het Nederlands klimaatbeleid gebaseerd moet
zijn op de brede wetenschappelijke consensus waarover het internationale klimaatpanel
IPCC rapporteert? Erkent u dat het IPCC, dat bestaat uit honderden experts, zonder
partijdigheid en op wetenschappelijke wijze een objectieve evaluatie maakt van de
wereldwijd beschikbare wetenschappelijke kennis over klimaatverandering en de gevolgen
daarvan?
Vraag 7
Deelt u mede daarom de mening dat om deze reden, het kabinet haar klimaatbeleid dient
te baseren op de scenario’s van het IPCC? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Op welke wijze verzamelt, verwerkt en verstrekt de rijksoverheid informatie aan Nederlanders
over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering?
Vraag 9
Welke rol ziet u voor het kabinet om desinformatie rondom de oorzaken en gevolgen
van klimaatverandering te bestrijden?
Vraag 10
Hoe worden informatieconsumenten geattendeerd op onwetenschappelijke praktijken (zoals
kersen plukken, het delen van zombie-argumenten – wetenschappelijke inzichten die
al lang ontkracht zijn – of het publiceren van verdraaiingen van wetenschappelijke
kennis)?
Vraag 11
Hoe zorgt het kabinet dat organisaties, die wetenschappelijke informatie delen in
het klimaatdebat, transparant zijn over de herkomst van ontvangen financiering?
Vraag 12
Bent u bekend met het artikel «Nederlandse bedrijven financierden jarenlang prominente
klimaatscepticus»?2
Vraag 13
Erkent u dat de in het bovengenoemde artikel klimaatscepticus in contact is geweest
met het toenmalige Ministerie van Economische Zaken?
Vraag 14
Hoe reflecteert u op deze contacten tussen de betreffende klimaatscepticus en het
toenmalige departement? Op welke wijze heeft dit contact het Nederlands klimaatbeleid
in het verleden beïnvloed?
Vraag 15
Op welke wijze heeft de Nederlandse overheid geleerd van eerdere contacten met klimaatsceptici
en hoe voorkomt u dat pseudowetenschap het klimaatbeleid vertroebelt?
Vraag 16
Deelt u de mening dat de wetenschap duidelijk maakt dat klimaatbeleid urgent en nodig
is en dat langer uitstel zeer ongewenst is? Bevestigt u in dit licht dat het kabinet
de maatregelen uit het Klimaatakkoord – zoals de CO2-heffing voor de industrie – zo spoedig als mogelijk zal invoeren? Kunt u toelichten
wanneer de maatregelen en afspraken worden uitgevoerd en hoe ver het met de uitvoering
staat?
Vraag 17
Kunt u deze vragen zo snel als mogelijk beantwoorden en zeker voor het AO Klimaat
en Energie van 2 april 2020?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Raan (PvdD),
ingezonden 26 februari 2020 (vraagnummer 2020Z03824).