Vragen van de leden Nijboer en Moorlag (beiden PvdA) aan de Ministers voor Milieu en Wonen en van Economische Zaken en Klimaat over het gebruik van warmtenetten (ingezonden 19 februari 2020).

Vraag 1

Hoe verklaart u het verschil in kosten per hoeveelheid geleverde energie tussen stadsverwarming en verwarming op basis van aardgas?

Vraag 2

Welke juridische en technische belemmeringen ondervinden mensen als zij hun aansluiting op het warmtenet willen opzeggen, bijvoorbeeld omdat zij gebruik willen maken van zonnepanelen of warmtepompen? Welke wetgeving raakt aan het opzeggen van het contract?

Vraag 3

Klopt het dat de prijs van stadsverwarming is gekoppeld aan de prijs van aardgas? Op welke wijze betrekt u dit gegeven bij de uitvoering van de motie Asscher c.s.1 die verzoekt te voorkomen dat mensen met warmtenet erop achteruitgaan als gevolg van veranderingen in de energiebelasting?

Vraag 4

Kunt u inzichtelijk maken welk deel van de kosten van warmtenetten bestaat uit vaste kosten en welk deel uit variabele kosten? Kunt u daarbij tevens aangeven hoe dit in verhouding staat tot andere vormen van verwarming?

Vraag 5

Welke invloed heeft de verhouding tussen vaste en variabele kosten van warmtenetten op de kosteneffectiviteit van energiebesparende maatregelen in vergelijking met andere energiebronnen?

Vraag 6

Waarom wordt voor stadswarmte met verschillende temperaturen dezelfde prijs gehanteerd?


X Noot
1

Kamerstuk 32 813, nr. 372

Naar boven