Vragen van de leden AgnesMulder, Geurts en Von Martels (allen CDA) aan de Ministers
van Economische Zaken en Klimaat, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over schade aan mestkelders, ventilatiekanalen
en funderingen veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten in Groningen (ingezonden 18 februari
2020).
Vraag 1
Is het u bekend dat diverse agrariërs schade naar aanleiding van mijnbouwactiviteiten
aan mestkelders, ventilatiekanalen en funderingen gemeld hebben bij de Nederlandse
Aardolie Maatschappij (NAM) en het Centrum Veilig Wonen (CVW), maar dat deze niet
opgenomen zijn in de versterkingsopgave?
Vraag 2
Klopt het dat het verzoek van deze agrariërs om opgenomen te worden in de versterkingsopgave
is afgewezen omdat deze in oude NAM/CVW rapporten benoemd zijn en daardoor de Tijdelijke
Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) deze niet meer in behandeling neemt?
Vraag 3
Hoeveel lopende dossiers van agrariërs hebben de NAM (en voorheen het CVW) en de TCMG
nog in behandeling? Kan hierbij worden aangegeven waarom deze dossiers nog in behandeling
zijn, hoe lang deze al in behandeling zijn en wanneer men een oordeel van de NAM/CVW
en/of TCMG kan verwachten?
Vraag 4
Klopt het dat wanneer dossiers van agrariërs bij de NAM (en voorheen het CVW) in behandeling
zijn, TCMG geen nieuwe schades op mag nemen? Zo ja, waarom mag dit niet?
Vraag 5
Worden deze schadedossiers beoordeeld door middel van de oude beoordelingsmethodiek,
nadeelcompensatie of wordt dit beoordeeld door middel van toepassing van bewijsvermoeden?
Vraag 6
Op welke manier worden de agrariërs gehoord en betrokken bij een oplossing voor de
schade aan mestkelders, ventilatiekanalen en funderingen veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten?
Vraag 7
Hoe worden agrariërs (juridisch) bijgestaan bij de behandeling van schademeldingen?
Vraag 8
Zijn er gevallen van agrarische schademeldingen waarbij door de NAM/CVW de mestkelders
afgekoppeld zijn van het bestaande schadenummer en daar (ongevraagd) mestkelderrapporten
van gemaakt zijn? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat dit en wat is de reden hier van?
Vraag 9
Klopt het dat deze mestkelderrapporten worden beoordeeld op basis van een mestkelderprotocol?
Wat houdt dit protocol in, met wie is dit protocol afgesloten en wat is de juridische
status van het protocol?
Vraag 10
Als schadeafhandeling loopt via het mestkelderprotocol, mag een agrariër bij een nieuwe
schade dan een beroep doen op een andere regeling? Zo ja, op welke regeling? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 11
Wanneer mestkelders dermate schade hebben dat deze niet gerepareerd kunnen worden,
wordt dan nieuwbouw van zowel de mestkelder als de bovenbouw voor deze agrariërs vergoed?
Zo ja, onder welke regelgeving valt dit?
Vraag 12
Klopt het dat wanneer een nieuwe mestkelder en/of bovenbouw gebouwd moet worden vanwege
schade aan de mestkelder dat hiervoor een nieuwe bouwvergunning aangevraagd moet worden?
Wat moeten agrariërs doen die dan door de PAS/PFAS-problematiek niet aan een nieuwe
bouwvergunning kunnen komen? Wat kan de Minister hierin voor deze agrariërs betekenen?
Vraag 13
Is het bij u bekend dat het bij schade aan mestkelders, ventilatiekanalen en funderingen
gaat om schade met potentieel (grote) economische, bedrijfsmatige en fiscale schade?
Zo ja, wat kunt u betekenen voor de agrariërs die hierdoor getroffen zijn?