Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie) en Van ‘t Wout (VVD) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Einde van lintje voor brandweerlieden zorgt voor bittere smaak: «wij zetten een stap naar voren als anderen er een terug doen»» (ingezonden 17 februari 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht aangaande de teleurstelling bij de brandweer over het besluit dat brandweervrijwilligers sinds 1 januari 2020 niet meer in aanmerking komen voor een lintje voor het feit dat zij twintig jaar of langer hebben gediend?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat, juist omdat nu veel onrust en onduidelijkheid is over de rol van brandweervrijwilligers, een dergelijke onderscheiding en erkenning kan bijdragen aan het behoud en werven van brandweervrijwilligers?

Vraag 3

Klopt het dat brandweervrijwilligers onder de huidige regeling wel onderscheiden kunnen worden door Brandweer Nederland, maar daardoor niet meer lid worden van de Orde van Oranje-Nassau?

Vraag 4

Blijkt volgens u, onder de regeling die per 1 januari 2020 van kracht is, dezelfde mate van erkenning en waardering voor het werk van brandweervrijwilligers als tijdens de voorgaande regeling?

Vraag 5

Biedt de herziening van de rechtspositie van brandweervrijwilligers, de mogelijkheid om brandweervrijwilligers weer te onderscheiden voor hun trouwe langdurige dienst zoals dat voor 1 januari 2020 het geval was? Bent u bereid hierover in gesprek te treden met de Kanselarij der Nederlandse Orden?

Naar boven