Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Kuik (allen CDA) aan de Ministers
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Medische Zorg over de berichten «Prestatiedruk
in het hoger onderwijs leidt tot misbruik ADHD-medicatie» en «Braindrug modafinil
is populair onder studenten, maar «je kunt er suïcidaal van worden»» (ingezonden 14 februari
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de waarschuwing die onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam
geven over de gevaren van ADHD-medicatie om studieprestaties te verbeteren en de zorgen
van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) over gebruik van modafinil bij
studenten?1 2
Vraag 2
Bent u het eens met de onderzoekers uit Amsterdam die stellen dat door de toegenomen
prestatiedruk in het hoger onderwijs en het leenstelsel studenten steeds meer ADHD-medicatie
nemen, terwijl zij geen ADHD-patiënten zijn?
Vraag 3
Bent u het eens met de zorgen die het IVM stelt dat studenten naast het gebruiken
van ADHD-medicatie als ritalin, nu ook hun heil zoeken bij slaapstoornismedicatie
als modafinil?
Vraag 4
Hoe verhoudt dit onderzoek uit Amsterdam zich tot het onderzoek dat het IVM eerder
heeft uitgevoerd? Is het onderzoek van de wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam
wel representatief voor alle studenten in Nederland?3
Vraag 5
Heeft u inmiddels onderzocht of en zo ja, aan welke wetenschappelijke kennis op het
gebied van de effecten van het gebruik van methylfenidaat er nog meer behoefte is,
zoals u eerder aangaf in uw beantwoording op schriftelijke vragen van het lid Kuik?4
Vraag 6
Deelt u de mening dat het zorgelijk is als er van ADHD-medicatie ritalin onderwijsbreed
gebruik gemaakt wordt? Zo ja, wat zou daar onderwijsbreed tegen gedaan kunnen worden?
Zo nee, waarom deelt u deze zorgen niet?
Vraag 7
Bent u bereid stappen te zetten studenten voor te lichten over de gevaren van zogenaamde
«studiedrugs», zoals modafinil? Zo ja, wat gaat u concreet doen en op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Bent u bereid nader onderzoek te (laten) doen naar de exacte schaal en omvang van
de handel dan wel het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie en modafinil door leerlingen
en studenten? Zo ja, wanneer gaat u dit uitvoeren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Herkent u het beeld dat door de Amsterdamse onderzoekers geschetst wordt dat in de
praktijk huisartsen vaak afwijken van richtlijnen, waardoor medicatie voorgeschreven
wordt zonder diagnose of zonder voorafgaande stap van gedragstherapie? Wat kan u doen
om dit soort misstanden te voorkomen?
Vraag 10
Klopt het dat er in sommige (studenten)steden aanzienlijke wachtlijsten zijn voor
cognitieve gedragstherapie? Zo ja, waar worden deze wachtlijsten door veroorzaakt?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat er handel is in ADHD-medicatie en modafinil? Zo ja, deelt u
de zorgen dat de handel in ADHD-medicatie en modafinil een groot probleem is? Zo nee,
waaruit blijkt dat dit niet het geval is, ondanks vermoedens uit de samenleving?
Vraag 12
Bent u bereid te onderzoeken hoe de handel in ADHD-medicatie en modafinil tegengegaan
kan worden en wat de oorzaken zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u cijfers geven omtrent de illegale handel in ADHD-medicatie en modafinil?
Vraag 14
Wat vindt u van de voorstellen van de Amsterdamse onderzoekers om ADHD-patiënten nauwkeuriger
te monitoren om misbruik van ADHD-medicatie te voorkomen, niet klakkeloos herhaalrecepten
op te volgen en jaarlijks te evalueren of ADHD-medicatie nog werkt bij de patiënt
of een stoppoging gedaan moet worden?
Vraag 15
Bent u bereid een voorlichtingscampagne te starten om het probleem rondom «studiedrugs»
onder studenten tegen te gaan, zoals ook de onderzoekers uit Amsterdam voorstellen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat aanpakken en op welke termijn? Gaat u dit
ook onderwijsbreed optuigen?
X Noot
3Trouw, 22 februari 2019, «Ritalin is populair op het schoolplein. Kan dat kwaad?»
X Noot
4Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2578