Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
over de stikstofdepositie van Schiphol (ingezonden 3 februari 2020).
Vraag 1
Naar welk document refereerde u toe u stelde dat de stikstofdepositie van Schiphol
op Natura2000 gebieden in kaart is gebracht? Kunt u dit document delen met de Kamer?1
Vraag 2
Waar doelde u op toen u in het Kamerdebat zei dat er met betrekking tot de stikstofuitstoot
van Schiphol rekening gehouden is met «de wettelijke voorschriften van de milieueffectrapportages»?
Naar welke wettelijke voorschriften verwijst u?
Vraag 3
Hoe ziet u de uitspraak van de commissie voor de Milieu Effect Rapportages, dat voor
de bepaling van significante effecten, een vergelijking tussen alternatieven uit de
Milieu Effect Rapportages van 2002 en 2008 niet relevant is?
Vraag 4
Klopt het dat er sinds 2004 geen passende beoordeling is gedaan over de stikstofdepositie
veroorzaakt door Schiphol op Natura 2000 gebieden? Waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat de feitelijke emissies van Schiphol sinds 2004 (de inwerkingtreding
van de natuurbeschermingsregelgeving) zijn toegenomen?
Vraag 6
Deelt u de conclusie van de Commissie voor de Milieu Effect Rapportage (MER), dat
er redenen zijn om aan te nemen dat er wel sprake is van significante effecten op
Natura 2000 gebieden sinds 2004?
Vraag 7
Betekent dit dat voor de Milieu Effect Rapportage die nu voor het Luchthavenverkeersbesluit
1 (LVB 1) wordt opgesteld 2004 als referentiejaar moet worden vastgesteld?
Vraag 8
Wat zouden de gevolgen zijn voor Schiphol als blijkt dat sinds 2004 er significante
effecten op Natura2000-gebieden hebben plaatsgevonden door de operatie van Schiphol?
Vraag 9
Klopt het dat de grenzen met betrekking tot emissies zoals vastgelegd in de Luchthaven
Verkeers Besluiten van 2002 en 2008 per vliegbeweging zijn, en er dus geen absoluut
emissieplafond is? Hoe kan/kon in dat geval het effect op de omliggende natuur worden
bepaald? Is voor een toekomstig besluit niet een absoluut emissieplafond nodig?
Vraag 10
Klopt het dat het aantal van 500.000 vliegbewegingen en de emissies hiervan nog niet
zijn vastgelegd in een vergunning? En dat er nog geen toets heeft plaatsgevonden van
de significante effecten op Natura 2000 gebieden?
Vraag 11
Zijn er al inhoudelijke reacties van de luchthavens waarvoor MOB een handhavingsverzoek
heeft ingediend? Zo ja, kunt u die met de Kamer delen?
Vraag 12
Wordt in de MER voor Schiphol gerekend met een warmte-inhoud ongelijk 0 MW? Zo ja,
kunt u exact aan geven met welke warmte-inhoud er is gerekend en hoe deze is bepaald?
Vraag 13
Kunt u de berekening m.b.t. de «warmteflux» van 43 MW in de MER Lelystad Airport vrijgeven?2 Is onderzocht wat de depositie is bij gebruik van 0 MW warmte-inhoud? Wat is de wetenschappelijke
onderbouwing van de gebruikte 43 MW?
Vraag 14
Is er een verschil, en zo ja, wat is het verschil tussen warmteflux en warmte-inhoud?
Vraag 15
Moeten luchthavens om de depositie van hun emissies als een puntbron, een serie puntbronnen
of op een andere manier worden gemodelleerd? Hoe streng moeten vluchtpaden worden
gehandhaafd om accuraat luchtvaartemissies te kunnen voorspellen?
Vraag 16
Is Aerius in staat om snel bewegende bronnen zoals vliegtuigen, goed te modelleren?
Vraag 17
Is de stikstof emissie door vliegtuigen van Schiphol berekend op basis van modellen,
met theoretische emissiewaarden, met behulp van metingen of ook op basis van de daadwerkelijk
gevlogen en gemonitorde vluchtpaden?
Vraag 18
Wie was en is eind of systeemverantwoordelijk voor de check of Schiphol wel alle benodigde
vergunningen heeft?
Vraag 19
Is er na 2004, bijvoorbeeld bij het LVB 2008, opgemerkt dat er geen geldige natuurvergunning
was voor stikstof?
X Noot
1Aanhangsel van de Handelingen, Vergaderjaar 2019–2020, nr. 540 en Aanhangsel van de Handelingen, Vergaderjaar 2019–2020, nr. 551
X Noot
2Lelystad, MER Lelystad Airport – Deel 4C «Luchtkwaliteit» Advanced Decision Systems
Airinfra BV & To70 BV, kenmerk le140308.rap, 29 maart 2014, pagina 22