Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister van Financiën over box 2 als
klusbox (ingezonden 20 december 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de studie van De Nederlandsche Bank (DNB): het spaaroverschot van
Nederlandse bedrijven ontrafeld?1
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht «Belastingen: leuker kunnen economen het niet maken,
wel beter» naar aanleiding van het boek Ontwerp voor een beter belastingstelsel onder
redactie van Cnossen en Jacobs?2
Vraag 3
Herinnert u de toezegging om in het kader van de bouwstenen voor een nieuw belastingstelsel
ook specifiek te kijken naar box 2 en dat tijdens de behandeling van het Belastingplan
2020 is aangegeven dat veel gesprekspartners box 2 omschrijven als een klusbox?
Vraag 4
Kunt u ingaan op de conclusie van DNB dat het spaaroverschot bij het mkb, dat voor
een belangrijk deel in handen is van directeur-grootaandeelhouders (dga's), deels
samenhangt met fiscale prikkels voor dga's om winst in te houden? Vindt u deze fiscale
prikkels gewenst?
Vraag 5
Deelt u de analyse van DNB dat «een dga in de praktijk over vele mogelijkheden voor
belastingplanning beschikt»? Vindt u deze belastingplanning gewenst?
Vraag 6
Deelt u de analyse in het artikel van de NRC over voorstellen van 30 experts voor
een beter belastingstelsel dat «box 2 eindeloos veel mogelijkheden biedt jezelf te
bevoordelen ten opzichte van «gewone» belastingbetalers»?
Vraag 7
Vindt u deze vele mogelijkheden voor belastingplanning gewenst? Kunt u ingaan op de
beschreven aanknopingspunten van DNB voor beleid, zoals het nader bekijken, en waar
nodig aanpassen, van de fiscale regelgeving voor dga's? Op welke wijze geeft u hier
invulling aan?
Vraag 8
In hoeverre leiden de vele planningsmogelijkheden voor dga’s tot een oneerlijk voordeel
ten opzichte van «gewone» belastingbetalers, zoals werknemers, maar ook ondernemers
die liever geen geld en tijd besteden aan belastingplanning maar wel willen innoveren,
investeren in een zo goed mogelijk product, goed en/of dienst, zorgen voor werkgelegenheid
en bijdragen aan de uitdagingen van morgen?
Vraag 9
Welke macro-economische effecten hebben de planningsmogelijkheden in box 2, zoals
belastinguitstel, het oppotten van vermogen in de bv en het lenen uit de eigen bv?
Leiden deze planningsmogelijkheden tot macro-economische onevenwichtigheden?
Vraag 10
Zijn er, in het kader van de landenrapporten van de Europese Commissie, de OESO en
het IMF, analyses uitgevoerd naar, en aanbevelingen gedaan aan Nederland ten aanzien
van deze planningsmogelijkheden in box 2, bijvoorbeeld in het kader van het spaaroverschot?
Zo ja, op welke wijze zijn deze analyses en aanbevelingen door het kabinet opgevolgd?
Vraag 11
Hoe hoog is het spaaroverschot van het mkb in Scandinavische landen, waar gekozen
is voor een duaal belastingstelsel? Is uw verwachting dat een duaal belastingstelsel
kan bijdragen aan een lager spaaroverschot?
Vraag 12
Kunt u de ontwikkeling in tabel 1 over vermogen en belastingopbrengst in box 2 en
box 3 nader toelichten?3 Hoe verklaart u dat het vermogen in box 2 in de periode 2014–2017 flink toeneemt,
maar de belastingopbrengst juist flink afneemt?
Vraag 13
Kunt u meer inzicht geven in de mate waarin bedrijven geld uit de eigen bv lenen?
Hoeveel wordt in totaal geleend uit de eigen bv? Kunt u daarbij een uitsplitsing maken
in hoeverre dit wordt gebruikt voor (1) de eigen woning, (2) een tweede of extra huis,
(3) een boot en (4) andere consumptieve uitgaven?
Vraag 14
Kunt u de voor- en nadelen van het lenen uit de eigen bv aangeven, zowel voor dga’s
als voor de Nederlandse economie?
Vraag 15
Deelt u dat de ruime mogelijkheden voor dga’s om geld uit de eigen bv te lenen de
investeringscapaciteit van de bv negatief kan beïnvloeden? Zo ja, in welke mate gebeurt
dit? Zo nee, waarom niet? In hoeverre is de vormgeving van box 2 eerlijk voor andere
ondernemers en werknemers?