Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister van Financiën over het bericht dat slechts 6 op de 10 Nederlanders weten wat de termen «budget», «inflatie» en «rente» betekenen (ingezonden 3 december 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het «European Payment Report 2019»1 en het bericht «Vier op de tien Nederlanders hebben te weinig financiële basiskennis»?2

Vraag 2

Deelt u de mening in het report dat de verbetering van financiële geletterdheid («financial literacy») van cruciaal belang is om consumenten te helpen de financiële complexiteit en daarmee samenhangende stress waarmee zij zich geconfronteerd voelen, te beheersen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de 11e plaats (van de 24) op de score financiële geletterdheid? Bent u tevreden met deze plaats? Zo ja, waarom?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het feit dat gemiddeld 69 procent van de Europeanen vindt dat zij of hij een adequate (47 procent) ofwel excellente (22 procent) financiële opleiding heeft gehad en derhalve geëquipeerd zou zijn om dagelijkse financiële beslissingen te nemen? Hoe ziet u dit gegeven het feit dat 37 procent niet in staat was om financiële basistermen (zijnde budget, credit score, jaarlijks kostenpercentage, variabele rente en inflatie) te koppelen aan de correcte definities?

Vraag 5

Hoe kijkt u aan tegen het feit dat 38 procent van de Nederlanders van mening is dat zij of hij een excellente financiële opleiding heeft gehad terwijl 40 procent van de Nederlanders niet in staat is om financiële basistermen (zijnde budget, credit score, jaarlijks kostenpercentage, variabele rente en inflatie) te koppelen aan de correcte definities? Ziet u dit als een risico? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wie is, volgens u, verantwoordelijk voor de financiële opleiding van mensen?

Vraag 7

Kunt u aangeven in hoeverre u een verantwoordelijkheid voor zichzelf ziet, per genoemde bron van financiële opleiding van «European Payment Report 2019»3, om deze financiële opleiding te verbeteren? Zou u per bron kunnen aangeven welke stappen u op dit moment onderneemt om de financiële opleiding vanuit deze bron te verbeteren?

Vraag 8

Ziet u, gezien de uitkomsten op de score financiële geletterdheid en de bronnen van financiële opleidingen, redenen om per bron de aanpak te intensiveren?

Vraag 9

Gegeven de huidige financiële geletterdheid, welke gedragsinzichten uit de rapportage «Rijk aan gedragsinzichten: editie 2019» wilt u inzetten en versterken om mensen te helpen de financiële complexiteit te beheersen?4

Vraag 10

Herinnert u zich uw Actieplan Consumentenkeuzes en begeleidende brief5 waarin u schrijft dat «de theoretische opvatting van een rationeel denkende en handelende mens, in veel situaties in de praktijk echter niet op gaat»? Kunt u aangeven in welke situatie de theoretische opvatting van een rationeel denkende en handelende mens wel op gaat?

Vraag 11

Kunt u, het liefst per initiatief uit de brief6, aangeven welke (concrete) doelstellingen geformuleerd zijn?

Vraag 12

Welke doelstellingen heeft u voor uzelf geformuleerd aangaande het Actieplan Consumentenkeuzes? Zijn deze doelstellingen SMART, ook wel specifiek, meetbaar, actiegericht, realistisch en tijdgebonden? Zo niet, bent u bereid deze doelstellingen alsnog dusdanig te formuleren?

Vraag 13

Klopt het dat de enige rol die u voor zichzelf ziet in het Actieplan Consumentenkeuzes is het «zoveel mogelijk faciliteren door partijen te verbinden waar en wanneer dat nuttig is, kennis te laten uitwisselen waar en wanneer dat zinvol is en er zorg voor dragen dat resultaten in het netwerk worden gedeeld, zodat er van elkaar kan worden geleerd»? Zo nee, wat gaat u concreet nog meer doen? Zo ja, denkt u dat deze aanpak afdoende is, gegeven het «European Payment Report 2019»?

Vraag 14

Kunt u deze vragen apart beantwoorden voor het algemeen overleg Financiële markten van 15 januari 2020?

Naar boven