Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de uitspraak van SodM-topman dat omgekeerde bewijslast ook buiten Groningen moet gelden (ingezonden 3 december 2019).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de uitspraak van de Inspecteur-generaal der Mijnen op zaterdag 30 november 2019?1 Wat is daarop uw reactie?

Vraag 2

Waarom legt u het advies van uw toezichthouder, en de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) eerder dit jaar, naast u neer?

Vraag 3

Bent u het met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) eens dat er rechtsongelijkheid bestaat tussen de omwonenden van het Groninger gasveld en omwonenden van andere gasboringlocaties en andere mijnbouwactiviteiten? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Wat overtuigt u ervan dat omgekeerde bewijslast niet goed is, terwijl gemeenten, experts en de toezichthouder niet achter u staan?

Vraag 5

Waarom vindt u dat gedupeerden van schade in Groningen anders behandeld zouden moeten worden dan gedupeerden van mijnbouwactiviteiten elders in het land?

Vraag 6

Waarom vindt u dat gedupeerden buiten het Groninger gasveld zelf moeten bewijzen dat hun schade het gevolg van mijnbouwactiviteiten is? Hoe kunnen ze dat bewijzen? Waarom zadelt u bewust mensen op met deze strijd tegen mijnbouwbedrijven?

Vraag 7

Waarom stelt u veiligheid van omwonenden van mijnbouwlocaties niet voorop?

Vraag 8

Bent u bereid het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) alsnog op te volgen en omgekeerde bewijslast in te voeren voor gedupeerden met mijnbouwschade?

Naar boven