Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid over het Joint Management Committee on Sanitary and Phytosanitary Measuresin het CETA-verdrag (ingezonden 29 november 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikelHandelsverdrag tussen Canada en de EU is regeren via geheime werkgroepen?1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat het comité van het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada (CETA) Joint Management Committee on Sanitary and Phytosanitary Measures (JMC-SPS) de bevoegdheid heeft om elementen van het CETA-verdrag te wijzigen, dit zonder parlementaire controle van het Europees parlement, de Raad en/of de nationale parlementen met betrekking tot voedselveiligheid, plantgezondheid, dierenwelzijn en pesticidengebruik? Zo nee, hoe zit het dan?

Vraag 3

Wie is verantwoordelijk voor de Europese positie binnen het JMC-SPS en hoe wordt deze positie bepaald?

Vraag 4

Zijn er al besluiten door het JMC-SPS genomen? Zo ja, kunt u een overzicht geven van de besluiten die door het JMC-SPS genomen zijn?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat de Canadese delegatie bij de bijeenkomst van de JMC-SPS van 15 maart 2018 kritiek heeft geuit op het (gedeeltelijk) aan banden leggen van glyfosaat door en in enkele Europese lidstaten? Zo ja, wat was de reactie van de Europese vertegenwoordiging op deze kritiek?

Vraag 6

Heeft de Canadese delegatie ook op andere momenten aangedrongen om de Europese standaarden omtrent pesticidengebruik te verlagen?

Vraag 7

Op welke wijze kan de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) invloed uitoefenen op de positie van de Europese Commissie in het JMC-SPS?

Vraag 8

Is er altijd een Nederlandse vertegenwoordiging aanwezig bij bijeenkomsten van het JMC-SPS? Wat is de rol van de Europese landenvertegenwoordigingen?

Vraag 9

Welke andere CETA-comités zijn er die onderwerpen behandelen die Europees landbouwbeleid raken? Op welke wijze kan de vaste Kamercommissie LNV invloed uitoefenen op de positie van de Europese Commissie in de deze CETA-comités?

Vraag 10

Hoe zijn dergelijke comités verenigbaar met de Europese en Nederlandse duurzaamheidsdoelstellingen?

Vraag 11

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en binnen de gebruikelijke termijn naar de Kamer sturen?

Naar boven