Vragen van de leden Westerveld en Özütok (GroenLinks) aan de Ministers voor Medische
Zorg en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het rapport «FC Twente,
Feyenoord en de Europese regels voor staatssteun» (ingezonden 11 november 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport FC Twente, Feyenoord en de Europese regels voor
staatssteun», gepubliceerd op 4 november 2019, van de onderzoeker Van den Burg van
de University of Twente?1
Vraag 2
Erkent u dat het niet uit te leggen is dat gemeenten met grote tekorten op het sociaal
domein, zich soms gedwongen voelen om tientallen miljoenen over te maken naar betaald
voetbalorganisaties?
Vraag 3
Bent u het eens dat staatssteun aan betaald voetbalorganisaties leidt tot een oneerlijk
voordeel op sportief vlak in de voetbalcompetities?
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van de constatering in bovengenoemd rapport dat er in het geval
van FC Twente sprake is van onrechtmatige steun?
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van de conclusie in het rapport dat de Europese Commissie rechtsongelijkheid
creëert omdat in het geval van FC Twente niet wordt ingegrepen?
Vraag 6
Bent u het eens dat er een lacune is wanneer de Europese Commissie alleen de klachten
van profvoetbalclubs en gemeenten in behandeling neemt, en niet meer de klachten van
bijvoorbeeld burgers of organisaties die geraakt worden door de financiële keuzes
vanwege (onrechtmatige) steun aan voetbalclubs?
Vraag 7
Bent u het eens dat uw huidige uitgangspunt dat «het correct naleven van de staatssteunregels
primair aan gemeenten zelf is» (antwoorden op schriftelijke vragen, nr 2019Z07288), niet leidt tot deugdelijk onderzoek naar mogelijke staatssteun door de Europese
Commissie, aangezien gemeenten dit niet altijd zelf aangeven zoals in het geval van
FC Twente?2
Vraag 8
Bent u het eens dat wanneer gemeenten zelf primair verantwoordelijk zijn om onderzoek
te vragen naar mogelijke staatssteun aan de Europese Commissie wanneer zij besluiten
steun te geven aan een lokale voetbalclub, hier een risico bestaat dat «de slager
zijn/haar eigen vlees keurt» of beter gezegd, dat de slager mag beslissen of het vlees
al dan niet gekeurd wordt?
Vraag 9
Bent u het eens dat het goed zou zijn als gemeenten de wettelijke plicht krijgen om
een steunconstructie voor advies aan te melden bij de Europese Commissie?
Vraag 10
Vindt u dat het Rijk op dit moment «de goede naleving van de staatssteunregels bevordert
en faciliteert» zoals u stelde in antwoord op eerdere schriftelijke vragen?3
Vraag 11
Meent u dat dit bevorderen en faciliteren door het Rijk op dit moment effectief is
en in voldoende mate zorgdraagt dat staatssteunregels niet worden overtreden door
gemeenten?
Vraag 12
Hoe borgt u dat gemeenten bij een verzoek tot steun aan voetbalclubs niet bijna gedwongen
zijn om hiermee in te stemmen omdat zij anders met (financiële) problemen achterblijven,
zoals een onverkoopbaar en/of onbruikbaar stadion?
Vraag 13
Bent u bereid bij de Europese Commissie aan te kaarten dat de huidige procedure waarbij
de Europese Commissie alleen klachten van gemeenten en profvoetbalclubs in behandeling
neemt, niet leidt tot de gewenste kritische onderzoekshouding van de Europese Commissie
ten aanzien van staatssteun aan voetbalclubs?
Vraag 14
Bent u bereid de Europese Commissie te vragen gemeenten te verplichten tot het aanmelden
van een steunconstructie voor advies bij de Europese Commissie?
Vraag 15
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór 29 november, in verband met het Wetgevingsoverleg
Sport op 2 december a.s?
X Noot
2Aanhangsel Handelingen II, Vergaderjaar 2018–2019, nr. 2849
X Noot
3Aanhangsel Handelingen II, Vergaderjaar 2018–2019, nr. 2849