Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het beperken van ammoniak in de veehouderij via technieken (ingezonden 7 november 2019).

Vraag 1

Kent u de opsomming in de Boerderij van technische maatregelen om ammoniakuitstoot in de veehouderij te beperken (emissiereducerende technieken)?1

Vraag 2

Kunt u inzichtelijk maken hoeveel subsidie er de afgelopen tien jaar is gegaan naar emissiereducerende technieken?

Vraag 3

Kunt u inzichtelijk maken hoeveel emissiereductie hiermee behaald is en hoe kosteneffectief deze technieken zijn geweest?

Vraag 4

Deelt u de mening dat emissiereducerende technieken zoals mestvergisters, emissiearme vloeren en luchtwassers in het verleden niet altijd tot verwachte of gewenste resultaten hebben geleid? Zo nee, waar baseert u dat op?

Vraag 5

Erkent u dat veel melkveehouders weinig reductie meer kunnen realiseren via technieken, doordat zij na de inwerkingtreding van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) veelal al emissiereducerende maatregelen hebben getroffen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Heeft u een beeld van bedrijven die wel een Natuurbeschermingswet-vergunning zouden moeten hebben maar die niet hebben, bijvoorbeeld door de lijst van bedrijven die redelijkerwijs een dergelijke vergunning nodig zouden moeten hebben te leggen naast het aantal afgegeven vergunningen?

Vraag 7

Deelt u de constatering op pagina 17 van het recente memo van Wageningen University and Research dat de effectiviteit van de technische maatregelen niet altijd duidelijk is?2

Vraag 8

Op welke wijze kan worden uitgesloten dat verdergaande inzet op emissiereducerende technieken leidt tot het niet halen van andere beleidsdoelen zoals klimaat, dierenwelzijn en natuurbescherming?

Vraag 9

Deelt u de zorgen dat dit soort emissiereducerende technieken het verder verdichten van stallen in de hand werkt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Hoe gaat u voorkomen dat verdere investeringen in emissiereducerende technieken andere beleidsthema’s tegen werken, zoals de transitie naar kringlooplandbouw, grondgebondenheid en toekomstperspectief voor kleinschalige boeren?

Vraag 11

Deelt u de mening dat inzet op technische maatregelen forse investeringen vergt, met name in de melkveehouderij? Zo ja, deelt u de zorgen dat, gezien de beperkte investeringsruimte, hierdoor de transitie naar kringlooplandbouw op achterstand wordt gezet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Deelt u de mening dat inzet op technische maatregelen forse investeringen vergt, dat zo de kostprijs voor veehouders opgedreven wordt en dat dit bijdraagt aan verdere intensivering en schaalvergroting?

Vraag 13

Erkent u dat het verminderen van de import van (soja)veevoer uit het buitenland wel een kansrijke emissiereducerende maatregel is, waarmee de stikstoftoevoer wordt verminderd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Erkent u dat grondgebondenheid een geschikt uitgangspunt vormt en de inzet op meer weidemelk een kansrijke maatregel is voor een duurzame en blijvende emissiereductie?

Vraag 15

Ziet u de inzet op meer weidemelk als een quick win? Zo nee, waarom niet?

Vraag 16

Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het debat over een snelle oplossing van de stikstof- en PFAS-problematiek?

Naar boven