Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de voortgang van de aanbestedingsprocedure van de «Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten» (ingezonden 25 oktober 2019).

Vraag 1

Herinnert u zich dat het wetsvoorstel «Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten»1 op 26 september 2019 door de Tweede Kamer en op 15 oktober door de Eerste Kamer als hamerstuk is aangenomen?

Vraag 2

Herinnert u zich dat in de nota naar aanleiding van het verslag van de «Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten» staat dat «De tweede fase eind juni begint?»2 Klopt het dat de potentieel geïnteresseerden in deze fase aangeven voor welke prijs zij de opdrachten willen doen en dat naar verwachting in het najaar het contract met de winnende partij kan worden ondertekend? Kunt u een huidige stand van zaken geven over het aanbestedingstraject door De Nederlandsche Bank (DNB) van de circulatiemunten? Is de aanbesteding inmiddels afgrond? Is dit zonder problemen gegaan en is het slaan van munten voor de komende aanbestedingsperiode geborgd? Hoe lang is deze periode?

Vraag 3

Kunt u nogmaals bevestigen dat geen beleidswijzigingen zouden plaatsvinden met de wijziging van genoemde wet (met uitzondering van de beleggingsmunt)?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat «herdenkingsmunten» en «jaarsets» van belangrijke toegevoegde waarde zijn voor het onder de aandacht brengen van culturele en maatschappelijke thema’s, bijzondere jubilea en voor verzamelaars? Zo ja, kunt u bevestigen dat er geen wijzigingen plaatsvinden met betrekking tot deze munten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Welke opdracht heeft DNB gekregen met betrekking tot de uitgifte en het op de markt brengen van herdenkingsmunten, munten voor verzamelaars, zoals bijvoorbeeld de jaarsets, en de dukaten? Zijn er nog andere munten die niet onder deze categorieën vallen? Zo ja, welke?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe het aanbestedingstraject van deze munten verloopt of verlopen is? Kunt u ingaan op de aanbestedingsvoorwaarden en de proportionaliteit? Klopt het dat de aanbestedingsvoorwaarden niet voor iedereen toegankelijk zijn? Waarom niet? Deelt u de mening dat een aanbestedingsdocument voor iedereen opvraagbaar moet zijn?

Vraag 7

Kunt u aangeven welke andere taken, dus buiten de aanbestedingsprocedure zoals in de wet is opgenomen, bij DNB zijn ondergebracht? Hoeveel fte is daarmee gemoeid? Waarom is daarvoor gekozen?

Vraag 8

Kunt u specifiek ingaan op de afspraken over de kosten van productie, promotie en distributie van herdenkingsmunten en munten voor verzamelaars? Hoe is het aanbod in de aanbesteding tot stand gekomen? Worden ook afspraken gemaakt over de kwaliteit van de producten, dienstverlening voor de consument (invulling van de klantenservice) en verkrijgbaarheid voor iedereen, inclusief doelgroepen?

Vraag 9

Is de aanbestedingsperiode tijdig gestart? Hoe lang duurt het voor een marktpartij om de opdracht uit te voeren en wanneer was/is de gunning voorzien? Kunt u bevestigen dat de uitgifte van herdenkingsmunten, jaarsets en dukaten niet in gevaar komt? Zo nee, waarom niet? Indien de uitgifte van deze munten in gevaar komt, kunt u aangeven wat de oorzaak daarvan is? Op welke manier gaat u dit op korte termijn herstellen?

Vraag 10

Wat zijn de gevolgen als er zich geen marktpartijen aanbieden? Blijft de verzamelaarsmarkt in zijn huidige vorm bestaan (toegankelijke producten voor iedereen rondom maatschappelijk en cultureel belangrijke thema’s)? Hoe groot is het risico dat muntverzamelaars afhaken en dat dit cultureel erfgoed van Nederland verdwijnt in zijn huidige vorm? Hoe verwacht u dat de verzamelaarsmarkt er zonder Nederlandse herdenkingsmunten komt uit te zien? Vindt u dit wenselijk?

Vraag 11

Op welke manier heeft DNB de aanbestedingsprocedure voorbereid? Beschikt DNB over voldoende capaciteiten en expertise om deze aanbesteding te begeleiden en te beoordelen? Zijn de randvoorwaarden in de aanbesteding van dien aard dat er redelijkerwijs geïnteresseerde munthuizen te vinden zijn?

Vraag 12

Volgens de memorie van toelichting bij het genoemde wetsvoorstel is het munthuis dat de aanbesteding van herdenkingsmunten en munten voor verzamelaars wint (hier gaat het dus niet over de aanbesteding met betrekking tot circulatiemunten) verantwoordelijk voor het gehele proces van promotie van de munt tot en met distributie; kunt u bevestigen dat dit ook de opdracht is geweest naar DNB? Wie ziet toe op de inhoud van de inschrijving en de aanbestedingsprocedure zodat de opdracht zoals omschreven in de memorie van toelichting ook strikt wordt uitgevoerd? In welke mate is het munthuis vrij om promotie en distributie te voeren en in welke mate? Wat zijn de beperkingen van deze verantwoordelijkheid die is opgelegd door DNB? Wat vindt u hiervan?3

Vraag 13

Hoelang duurt het voorbereidings- en ontwikkeltraject van een herdenkingsmunt en hoeveel verschillende herdenkingsmunten is DNB in 2020 voornemens te laten produceren, promoten en distribueren door de winnaar van de aanbesteding? Welke herdenkingsmunten worden in 2020 uitgegeven qua thema en wanneer worden de thema’s vastgesteld? Op welke manier bent u betrokken bij het bepalen van de thema’s? Worden de thema’s UNESCO en Nederlandse sporticonen voortgezet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Kunt u ingaan op de controles op het munthuis door DNB? Klopt het dat de Europese Centrale Bank (ECB) alle leveranciers van euromunten controleert? Op welke manier zit er overlap in deze controle of de controle tussen de ECB en DNB? Hoe wordt geborgd dat er geen dubbele taken worden uitgevoerd?

Vraag 15

Kost het uitgeven van herdenkingsmunten geld of levert het geld op voor de schatkist? Welke mogelijkheden heeft DNB bekeken en welke keuzes zijn gemaakt? Kunt u deze keuzes toelichten?

Vraag 16

Heeft DNB de expertise om de taak van een munthuis/-ontwerper op te nemen in de muntadviescommissie? Welk effect zal dit hebben op de kwaliteit en de haalbaarheid van de munten?

Vraag 17

Kunt u de vragen één voor één en ruim binnen de gestelde termijn van drie weken beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018/2019, 35 203

X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018/2019, 35 203, nr. 6

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018/2019, 35 203 nr. 3

Naar boven