Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over het bericht «Medewerkers NVWA: mobiel slachthuis werkt dierenleed in de hand»
(ingezonden 25 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de zorgen van medewerkers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA), dierenartsen en de De Koninklijk Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde
(KNMvD) omtrent de mobiele slachthuizen?1 Zo ja, hoe beoordeelt u deze zorgen?
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht «Slachthuis doet aangifte tegen vier NVWA’ers»2?
Vraag 3
Klopt het dat de voedselveiligheid in het geding komt aangezien «risicodieren» in
de voedselketen terecht komen? Zo nee, op welke manier wordt gezorgd dat deze risicodieren
niet in de voedselketen terecht komen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat risicodieren geen plek hebben in de voedselketen en dat de situatie
zoals omschreven in het artikel onacceptabel is?
Vraag 5
Op welke manier wordt gezorgd dat risicodieren niet in de voedselketen terecht komen?
Vraag 6
Bent u bereid om landelijk onderzoek in te stellen naar het gedrag van slachthuizen
tegenover handhavers, dierenartsen en controleurs?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de kritiek dat de NVWA haar eigen autoriteit ondermijnt doordat de
proef de huidige regelgeving zou omzeilen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat er een onderzoek moet komen naar Slachthuis Dokkum, haar wijze
van opereren en haar gedrag naar handhavers, dierenartsen en controleurs? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Klopt het dat er meer dan 1.200 dieren zijn geslacht met het mobiele slachthuis sinds
de start van de pilot? Kunt u deze getallen uitsplitsen naar de reden van slacht?
Vraag 10
Bent u het eens met de stelling dat er onmogelijk sprake kan zijn van 1.200 noodslachtingen
en dat er naar alle waarschijnlijkheid zieke dieren zijn geslacht waarbij geen sprake
kan zijn van een noodslachting?
Vraag 11
Heeft u inzicht in de rapporten van dierenartsen die stellen dat boeren zorg voor
hun dier onthouden zodat het dier alsnog geschikt is voor de voedselconsumptie? Zo
ja, hoe beoordeelt u het feit dat er daadwerkelijk dieren soms geen medische behandeling
hebben gekregen terwijl dit zeer welkom voor het dier was? Zo nee, waarom niet en
wat is nodig om hier inzicht in te krijgen?
Vraag 12
Hoe beoordeelt het mobiele slachthuis of het dier onnodig geleden heeft alvorens het
te slachten?
Vraag 13
Door wie en hoe wordt bepaald dat een noodslachting noodzakelijk is?
Vraag 14
Wat is het vervolgtraject als de dierenarts stelt dat het dier de nodige pijnbestrijding
en andere zorg is onthouden?
Vraag 15
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat eventuele nodige zorg aan dieren wordt
onthouden, zodat ze alsnog geslacht kunnen worden met behulp van een mobiel slachthuis?
Vraag 16
Hoe vaak is er Geen Toegang tot Slacht (GTS) door een handhavend dierenarts van de
NVWA opgelegd voor een koe die werd aangeboden?
Vraag 17
Hoe vaak is er op last van de handhavend dierenarts van de NVWA een koe direct geëuthanaseerd?
Vraag 18
Hoe vaak heeft de toezichthoudend dierenarts van de NVWA een rapport van bevindingen
opgemaakt?
Vraag 19
Welke stappen gaat u zetten om de volksgezondheid en het dierenwelzijn veilig te stellen
als het gaat om de proef met het mobiele slachthuis?
Vraag 20
Deelt u de mening dat de proef met het mobiele slachthuis per direct stilgelegd dient
te worden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Moorlag (PvdA),
ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17943)