Vragen van de leden Sjoerdsma (D66), Van Ojik (GroenLinks), Van Helvert (CDA), Voordewind (ChristenUnie) en Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Nieuwsuur-uitzending «Nederlandse regering heeft morele verplichting West-Papoea te helpen» (ingezonden 25 september 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met de Nieuwsuur-uitzending «Nederlandse regering heeft morele verplichting West-Papoea te helpen»?1 En bent u ook bekend met het bericht «Zeker twintig doden bij rellen Indonesische provincie Papoea»?2

Vraag 2

Wat is uw laatste informatie over het recente optreden van de Indonesische veiligheidsdiensten in de provincie West-Papoea? Welke informatie heeft u over het aantal doden en gewonden dat is gevallen als gevolg van het optreden van militairen en politieagenten in deze provincie de afgelopen weken?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u dit optreden van de Indonesische politie en militairen?

Vraag 4

Heeft u sinds het uitbreken van deze nieuwe protesten contact opgenomen met de Indonesische autoriteiten over deze situatie? Welke rol speelt uw ambassade in Jakarta hierin?

Vraag 5

Bent u bereid uw ernstige zorgen over te brengen aan de Indonesische autoriteiten, en er bij hen op aan te dringen dat zij de mensenrechten en de rechten van de Papoea’s respecteren?

Vraag 6

Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen over het onafhankelijkheidsreferendum en het Drooglever-rapport3, waarin u aangeeft dat het rapport een academisch werk is, maar u geen eigen oordeel vormt over deze gebeurtenissen? Bent u bereid alsnog uw analyse hierover te delen, gezien de Nederlandse rol in deze gebeurtenissen?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de uitspraak in deze uitzending dat «De Nederlandse regering [...] een morele verplichting [heeft] om ons [de Papoea’s] te helpen en serieus naar de zaak te kijken»? Hoe beoordeelt u de opvatting dat Nederland vanwege het verleden in de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-Nieuw-Guinea een bijzondere verplichting heeft om op te komen voor de rechten van deze bevolkingsgroep?


X Noot
3

Tweede Kamer, Aanhangsel van de Handelingen nr. 22 vergaderjaar 2019–2020, Antwoord op schriftelijke vragen d.d. 18 september 2019.

Naar boven