Vragen van het lid Renkema (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Familiedrama in Winschoten: «Ze belde 113, maar dat nummer bestaat helemaal niet» (ingezonden 25 september 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Familiedrama in Winschoten: «Ze belde 113, maar dat nummer bestaat helemaal niet»?1

Vraag 2

Kunt u zich voorstellen dat het telefoonnummer van de zelfmoordpreventie hulplijn 113 verwarring kan veroorzaken bij hulpbehoevenden in een crisissituatie?

Vraag 3

Wat waren destijds de beweegredenen waarom voor het telefoonnummer 0900 – 0113 is gekozen in plaats van het meer voor de hand liggende telefoonnummer 113?

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van de volgende reactie van de woordvoerder van Stichting 113 Zelfmoordpreventie: «Er lopen al langer gesprekken met het Ministerie van Volksgezondheid, maar het ligt op dit moment bij de politiek. Wij hopen voor het einde van dit jaar meer te weten»? Bent u van plan zo snel mogelijk gehoor te geven aan deze oproep van Stichting 113 Zelfmoordpreventie?

Vraag 5

Wanneer ontving het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de eerste signalen van Stichting 113 Zelfmoordpreventie over de verwarring dat het telefoonnummer veroorzaakt? Hebben financiële afweging eerder een rol gespeeld om tot actie over te gaan?

Vraag 6

Kunt u bovenstaande vragen één voor één ruimschoots voor het algemeen overleg over suïcidepreventie op 17 oktober 2019 beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Hijink (SP), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17932), Kuik (CDA), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17933), Kuiken (PvdA), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17934), Wörsdörfer (VVD), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17935), Diertens (D66), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17936) en Voordewind en Dik-Faber (beiden ChristenUnie), ingezonden 25 september 2019 (vraagnummer 2019Z17937)

Naar boven