Vragen van de leden Van Dam en Van der Molen (beiden CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Oud-studenten op Curaçao in financiële problemen door DUO» (ingezonden 16 september 2019).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Oud-studenten op Curaçao in financiële problemen door DUO»?1

Vraag 2

Klopt het dat tenminste honderd oud-studenten op Curaçao door jarenlange moeizame communicatie met Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) in de financiële problemen zijn gekomen?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de stelling van de Curaçaose Minister van Onderwijs, dat er sprake is van een «niet integere lijn» tussen DUO en de lokale deurwaarder?

Vraag 4

Bent u bereid een diepgaand onderzoek in te stellen, zoals de Curaçaose Minister van Onderwijs vraagt? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Op welke wijze houdt DUO in de berekening van de maandlasten rekening met de lokale omstandigheden op Curaçao, zoals de hoogte van het minimumloon en het belastingsysteem?

Vraag 6

Doet de gesignaleerde problematiek zich ook voor op Aruba en Sint Maarten en in Caribisch Nederland?

Vraag 7

Bent u bereid in overleg te treden met DUO en met de Curaçaose Minister van Onderwijs, Marilyn Alcalá-Wallé, om een oplossing te vinden voor de studieschuldenproblematiek van oud-studenten op Curaçao?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Özütok (GroenLinks), ingezonden 11 september 2019 (vraagnummer 2019Z16941).

Naar boven