Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de zorggroep Aventura (ingezonden 11 september 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van diverse berichten inzake de zorggroep Aventura?1

Vraag 2

Wat vindt u van de managementvergoeding van bijna een kwart miljoen euro die aan beide eigenaren van Aventura (bovenop hun salaris) wordt uitbetaald? Is naar uw mening hier sprake van een constructie met als doel dan wel gevolg dat de Wet normering topinkomens wordt omzeild? Bent u bereid dergelijke constructies via wetgeving de pas af te snijden?

Vraag 3

Vindt u het bedrag van € 4.700 dat Aventura blijkbaar maandelijks per cliënt ontvangt in verhouding staan tot de diensten, zorg en begeleiding die door Aventura worden geleverd? Kunt u beschrijven waar een cliënt naar uw mening voor een dergelijk bedrag aanspraak op zou moeten kunnen maken? Bent u bereid in dezen maximumtarieven vast te leggen?

Vraag 4

Wat vindt u van de constructie dat cliënten van een in handen van de eigenaren van Aventura zijnde organisatie («de tak beschermd wonen») dagbesteding doen bij een andere organisatie van dezelfde personen (een autobedrijf)? Wat vindt u van het woud aan BV’s en stichtingen dat deel uitmaakt van Aventura, waarbij over en weer opdrachten worden verleend? Vindt u nader onderzoek daarnaar gewenst? Bent u bereid daaraan via regelgeving paal en perk te stellen?

Vraag 5

Wat vindt u van het feit dat Aventura zonder toestemming logo’s van bijvoorbeeld gemeente, openbaar ministerie en politie gebruikt? Welke consequenties heeft dat voor Aventura?

Vraag 6

Herkent en erkent u het beeld dat aanbieders van beschermd wonen regelmatig geen zorgachtergrond hebben en dat dergelijke aanbieders als paddestoelen uit de grond schieten? Ziet u dit als (ongewenst) gevolg van marktwerking?

Vraag 7

Hoe vindt u dat, vierenhalf jaar (!) na inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving en nadat gemeenten (meer) verantwoordelijk zijn geworden voor beschermd wonen inclusief het toezicht daarop, aan dat toezicht en de daarbij horende handhaving wordt vormgegeven?

Vraag 8

Durft u de garantie te geven dat een en ander in het hele land inmiddels op een goede wijze wordt vormgegeven, zodat vaak kwetsbare jongeren worden beschermd en «foute» zorgaanbieders worden geweerd of bent u van mening dat een en ander nog onvoldoende op orde is?

Vraag 9

Heeft u het gevoel dat gemeenten soms terughoudend zijn met handhaving, nu het niet altijd eenvoudig is in voorkomende gevallen cliënten elders onder te brengen?

Vraag 10

Wat ziet u als úw verantwoordelijkheid in dezen en bent u bereid die te nemen?

Vraag 11

Bent u bereid in dezen niet nog langer af te wachten of gemeenten toezicht en handhaving in dezen op orde krijgen en zèlf de regie te nemen?

Vraag 12

Bent u in het kader van het hiervoor bedoelde bijvoorbeeld bereid om het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) óók volledig van toepassing te verklaren op aanbieders van beschermd wonen?

Vraag 13

Bent u bereid, daar waar het gaat om het toezicht op aanbieders van beschermd wonen, binnen afzienbare termijn met een actieplan te komen met maatregelen om misstanden zoals hier en in andere gevallen geconstateerd te voorkomen?

Naar boven