Vragen van de leden Krol, Van Otterloo, Van Brenk en Sazias (allen 50PLUS) aan de Minister-President en de Minister van Financiën over de Augustusraming van het CPB (ingezonden 15 augustus 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de publicatie van de Augustusraming van het Centraal Planbureau (CPB) en bent u ook bekend met het Centraal Economisch Plan (CEP) van maart jl., de raming voor 2019 en 20201 2?

Vraag 2

Erkent u dat de voorspelde koopkrachtverbetering van gepensioneerden voor 2019 met bijna 40% naar beneden is bijgesteld en voor 2020 met 33% ten opzichte van de raming in maart van dit jaar?

Vraag 3

Wat is de reden dat de voorspelde koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden in 2019 en 2020 zo fors naar beneden wordt bijgesteld, óók in verhouding tot werkenden en uitkeringsgerechtigden?

Vraag 4

Is er in deze cijfers al rekening gehouden met (onaanvaardbare) pensioenkortingen in 2019 en/of 2020?

Vraag 5

Waarom is in de Augustusraming het percentage van de populatie dat erop vooruitgaat niet meer opgenomen in de tabel van de koopkrachtontwikkeling, terwijl dit bij het CEP in maart jl. nog wel zichtbaar was?

Vraag 6

Bent u bereid om het Centraal Planbureau vandaag nog te vragen om in een addendum op de Augustusraming de gevraagde percentages alsnog toe te voegen aan de tabel van de koopkrachtontwikkeling?

Vraag 7

Hoe groot is de meevaller op de rente-uitgaven van de overheid sinds het opstellen van de Miljoenennota 2019 en hoeveel sinds het opstellen van de Miljoenennota 2018?

Vraag 8

Bent u bereid om de meevaller op de rentelasten van de Staat zo snel mogelijk door te geven aan de grootste groep slachtoffers van rentedaling, namelijk de gepensioneerden? Zo nee, waarom niet?

Naar boven