Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over sancties tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire regime in Myanmar (ingezonden 7 augustus 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell betrokken»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de oproep van de VN-missie van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten in Myanmar om sancties in te stellen tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire regime in Myanmar? Welke rol ziet u hierin voor Nederland weggelegd?

Vraag 3

Kunt u een overzicht geven van Nederlandse bedrijven die, al dan niet indirect zoals in het geval van Shell, in verband kunnen worden gebracht met bovenstaande? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kunt u toelichten of, en zo ja om welke redenen, de betrokkenheid van Shell bij Max Energy Myanmar indruist tegen de uitgangspunten van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Welke stappen vindt u dat Shell moet ondernemen nu klip en klaar is dat Max Energy Myanmar betrokken is bij de bouw van de omstreden grensmuur?

Vraag 6

Is bij de Nederlandse overheid bekend dat Shell zaken deed en doet met Max Energy Myanmar? Zo ja, was ook reeds bekend dat Max Energy Myanmar betrokken was bij de bouw van de omstreden grensmuur?

Vraag 7

Kunt u uitsluiten dat er Nederlands geld, al dan niet in de vorm van leningen, via Shell naar Max Energy Myanmar is gegaan of gaat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Hoe duidt u de in het artikel opgetekende kwalificatie van Shell dat het hier om een «complexe en gevoelige kwestie» gaat, maar dat deze kwalificatie ogenschijnlijk geen aanleiding voor het bedrijf is om het contract te herzien? Bent u bereid hierover met Shell in gesprek te gaan? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Naar boven