Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het gebruik van een levende haan tijdens Kallemooi (ingezonden 14 juni 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Kinderen in actie tegen ophangen van pinksterhaan Schiermonnikoog: «Verleen hem gratie!»?1

Vraag 2

Wat vindt u van deze jaarlijkse traditie waarbij een levende haan in een mand aan een achttien meter hoge paal wordt vastgemaakt en daar drie dagen lang moet blijven zitten?

Vraag 3

Wat is uw reactie op het voorstel van de kinderen om de levende haan te vervangen voor een nephaan, in elkaar geknutseld door de kinderen zelf?

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat deze kinderen geen enkele reactie hebben gekregen op hun creatieve oplossing van de burgemeester van Schiermonnikoog?

Vraag 5

Kunt u toelichten waarom er geen documenten (dierenartsrapportages, filmbeelden, beoordelingsrapportages en adviezen van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming) zijn aangetroffen waaruit blijkt dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gecontroleerd hebben of de in 2015 onder bestuursdwang opgelegde maatregelen in de daaropvolgende jaren ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd door het bestuur van het evenement Kallemooi?2

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat dit feitelijk betekent dat er vanaf 2016 niet is gecontroleerd door handhavende autoriteiten of de getroffen maatregelen die onder bestuursdwang werden opgelegd, ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd door het bestuur van het evenement Kallemooi? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Zo nee, kunt u toelichten hoe de NVWA kan concluderen «dat er geen reden is om op te treden» omdat de organisatie van het feest zich volgens hen houdt aan de regels voor dierenwelzijn terwijl er sinds 2016 niet meer gecontroleerd is of dit ook echt zo is?3

Vraag 7

Deelt u de mening dat deze aanpak door de handhavende autoriteiten op geen enkele manier gerechtvaardigd is, aangezien er melding van verdenking van overtreding van de Wet dieren wordt gemaakt en gevraagd wordt handhavend op te treden?4 Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u uitsluiten dat er vanaf 2016 sprake is geweest van overtreding van de door RVO opgelegde maatregelen wanneer er niet gecontroleerd wordt door uw handhavende autoriteiten? Zo nee, kunt u aangeven of dit voor u aanleiding vormt om de aankomende jaren wel toezicht te houden en handhavend op te treden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u aangeven of uw conclusie in de brief van 1 mei 20155 dat contact met soortgenoten en vrije bewegingsruimte niet behoren tot de fysiologische en ethologische behoeften van een haan, aangezien deze zaken geen deel uitmaken van de eisen van RVO om de gezondheid en het welzijn van de haan te bevorderen, getrokken is op basis van wetenschappelijke literatuur? Zo ja, welke wetenschappelijke literatuur? Zo nee, kunt u aangeven waarom deze eisen niet zijn opgelegd?

Vraag 10

Deelt u de mening dat de haan niet aan zijn fysiologische en ethologische behoeften kan voldoen wanneer hij drie dagen lang opgesloten zit in een mand op 18 meter hoogte?

Vraag 11

Deelt u de mening dat de haan angst en stress kan ervaren door hem te gebruiken voor een dergelijk evenement en dat de haan kan lijden door angst en stress?

Vraag 12

Deelt u de mening dat de intrinsieke waarde van de haan niet gerespecteerd wordt, wanneer hij louter ter vermaak van de mens drie dagen lang opgesloten zit in een mand op 18 meter hoogte?

Vraag 13

Deelt u de mening dat van het gebruik van een levende haan louter voor het vermaak van mensen een verkeerd signaal uitgaat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Deelt u de mening dat het gebruik van een levende haan bij Kallemooi verboden zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 15

Bent u bereid ervoor te zorgen dat er volgend jaar naar de kinderen geluisterd wordt en er geen levende haan maar een diervriendelijk alternatief aan de paal vastgemaakt wordt? Zo nee, waarom niet?

Naar boven