Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over een mogelijk op handen zijnde fusie tussen ING en Commerzbank (ingezonden 7 juni 2019).

Vraag 1

Klopt het dat de Nederlandse en de Duitse regering in contact zijn (geweest) over de mogelijkheid van een fusie tussen Commerzbank en ING?1

Vraag 2

Wat is tijdens deze gesprekken besproken? Wat was de reactie van de Duitse regering?

Vraag 3

Hoe groot zijn de balanstotalen van de Commerzbank en ING ten opzichte van het Duitse respectievelijk het Nederlandse bbp?

Vraag 4

Acht u het gewenst dat banken van deze grootte fuseren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Bent u op de hoogte van het feit dat De Nederlandsche Bank (DNB) ervoor heeft gepleit om een maximum te stellen aan de omvang van banken, alsmede van de aangenomen motie-Merkies c.s. die de regering verzoekt te onderzoeken op welke wijze deze bovengrens kan worden vormgegeven? Hoe verhoudt een fusie van Commerzbank en ING zich tot het pleidooi van DNB en de aangenomen motie?2

Vraag 6

Heeft u geprobeerd de groei van ING te remmen of te stoppen in het licht van de recent verschenen CPB Risicorapportage financiële markten waarin staat dat «een consolidatieslag in de Europese bankensector een stabiliteitsrisico vormt» en dat «nog grotere banken too-big-to-save en too-big-to-manage kunnen worden»?3

Vraag 7

Kunt u uitsluiten dat door een fusie van Commerzbank en ING een bank ontstaat die «too-big-to-fail» of zelfs «too-big-to-save» ontstaat? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Wat is uw reactie op de stelling in het artikel dat de combinatie weliswaar groter en risicovoller zou worden, maar opererend vanuit Duitsland toch minder bufferkapitaal zou hoeven aanhouden? Zou u dit wenselijk vinden?

Vraag 9

Wat gaat u doen om de grootheidswaan en monopolyvorming van de bancaire sector te beteugelen en diversiteit in de sector te vergroten?

Vraag 10

Zou u deze vragen stuk voor stuk en vóór het algemeen overleg over financiële markten van woensdag 12 juni 2019 kunnen beantwoorden?


X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2014–2015, 33 532, nr. 41.

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018–2019, 33 283, nr. 20.

Naar boven