Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over
het bericht «Oude vervuilende zakelijke auto veel goedkoper dan schone Tesla» (ingezonden
21 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de oude vervuilende zakelijke auto veel goedkoper
is dan schonere elektrische alternatieven?1
Vraag 2
Waarom is bij de youngtimer-regeling, en daarmee de afwijkende waardering voor auto’s
die ouder zijn dan vijftien jaar, gekozen voor een termijn van vijftien jaar?
Vraag 3
Hoeveel auto’s, uitgesplitst van nul tot vijf jaar oud, vijf tot tien jaar oud en
tien tot vijftien jaar oud, zijn door IB-ondernemers (ondernemers voor de inkomstenbelasting)
in de aangifte vermeld wegens privégebruik van de auto van de zaak?
Vraag 4
Kunt u voor de drie modellen die het meest worden betrokken in de aangifte aangeven
hoe hoog de bijtelling is voor het model van meer dan vijftien jaar oud, en hoe hoog
de bijtelling is voor hetzelfde model van vijf, tien, dertien en veertien jaar oud?
Vraag 5
Kunt u reageren op de stelling dat de youngtimer-regeling de prikkel geeft om minder
snel te kiezen voor een auto die nog geen vijftien jaar oud is en daarmee vaak ook
zuiniger en schoner, omdat het deze vijftien jaar oude auto’s relatief goedkoper maakt
ten opzichte van auto’s die bijvoorbeeld dertien of veertien jaar oud zijn?
Vraag 6
Kunt u reageren op de stelling dat zakelijke rijders zonder de youngtimer-regeling
niet of nauwelijks voor een meer dan vijftien jaar oude auto zouden kiezen?
Vraag 7
Op basis waarvan is de bijtelling voor youngtimers vastgesteld op 35% van de dagwaarde?
Vraag 8
Hoe wordt de dagwaarde van youngtimers onder de youngtimer-regeling bepaald?
Vraag 9
Hoe controleert de Belastingdienst of de dagwaarde in lijn met de werkelijke economische
waarde is?
Vraag 10
Hoe verhoudt uw opmerking dat u eraan hecht op «het misverstand weg te nemen» dat
de youngtimer-regeling «een fiscaal voordeel is» zich tot het feit dat meerdere advertenties
en websites2 juist expliciet wijzen op de fiscale voordelen van de youngtimer-regeling, zoals
een website3 die wijst op de «bizar lage bijtelling» als gevolg van de youngtimer-regeling?
Vraag 11
Hoe heeft het aantal youngtimers dat onder de youngtimer-regeling valt zich in de
periode 2014–2019 ontwikkeld? Hoe wordt het aantal youngtimers dat onder de youngtimerr-regeling
valt voor de periode 2020–2024 geraamd?
Vraag 12
Hoe definieert u een vrijwel afgeschreven auto?
Vraag 13
Klopt het dat het aantal leaseauto’s dat onder de youngtimer-regeling valt onbekend
is? Waarom is van deze leaseauto’s geen kenteken bekend? Bent u bereid om te onderzoeken
hoe groot het aantal leaseatuo’s, dat onder de youngtimer-regeling valt, is?
Vraag 14
Hoeveel auto’s die onder de youngtimer-regeling vallen zijn ooit in het bezit geweest
van een particulier? Klopt het dat ondernemers die gebruik maken van de youngtimer-regeling
een lager btw-tarief over privégebruik betalen dan wanneer zij kiezen voor een nieuwe
zuinigere auto, die nog niet in het bezit is geweest van een particulier?
Vraag 15
Klopt het dat youngtimers minder zuinig zijn dan nieuwere alternatieven? Hoe groot
is dit verschil?
Vraag 16
Klopt het dat youngtimers meer fijnstof uitstoten dan nieuwere alternatieven? Hoe
groot is dit verschil?
Vraag 17
Wanneer stuurt u het onderzoek naar de mogelijkheid om de youngtimer-regeling aan
te passen naar de Kamer?
Vraag 18
Kunt u een uitputtend overzicht geven van fiscale regelingen in het autodomein waar
zakelijke rijders gebruik van kunnen maken? Wat is het budgettaire belang van deze
maatregelen?
Vraag 19
Welke risico’s, voor- en nadelen biedt de afschaffing van de youngtimer-regeling?
Kunt u daarbij zowel op budgettaire gevolgen als milieueffecten ingaan?