Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over mogelijke
beïnvloeding bij het opstellen van richtlijnen (ingezonden 21 mei 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de nieuwe streefwaarde LDL gehalte van 2.0 naar 1.8 in de
richtlijn en het standpunt van Hartpatiënten Nederland in deze?1 Bent u ervan op de hoogte dat huisartsen en zorggroepen al hebben aangegeven de richtlijn
te zullen negeren? Wat is uw reactie?
Vraag 2
Welke mogelijkheden hebben artsen om patiënten met een hogere LDL-waarde toch geen
(extra) medicatie te geven?
Vraag 3
Welke onderbouwing is er in (internationale) wetenschappelijke literatuur voor de
streefwaarde van LDL van 1.8 mmol/l, welke onderbouwing was er voor de streefwaarde
van 2.5, respectievelijk 3.0?
Vraag 4
Welke toename in kosten ten gevolge van gebruik van cholesterolverlagende middelen
valt te verwachten door de verlaging van de streefwaarde van 2.5mmol/l naar 1.8 mmol/l?
Vraag 5
Welke toename van het gebruik van zogenaamde PCSK-9 remmers valt te verwachten ten
gevolge van de verlaging van de streefwaarde LDL naar 1.8mmol/l? Welke kosten zijn
daarvan te verwachten?
Vraag 6
Welke bijwerkingen hebben de geneesmiddelen die gebruikt worden om de streefwaarde
voor LDL-cholesterol te verlagen van 2.5 mmol/l naar 1.8?
Vraag 7
Kunt u zich voorstellen dat er patiënten zijn die onnodig behandeld worden met cholesterolverlagende
geneesmiddelen en daar onnodig bijwerkingen van ondervinden?
Vraag 8
Kunt u zich voorstellen dat het aantal patiënten dat onnodig bijwerkingen ervaart
toeneemt door de verlaging van de streefwaarde LDL-cholesterol?
Vraag 9
Wie vormden de multidisciplinaire commissie die de nieuwe richtlijn vaststelde?
Vraag 10
Welke van de leden van deze multidisciplinaire commissie komen voor in het Transparantieregister
Zorg en van wie ontvingen zij bedragen?
Vraag 11
Weet u zeker dat alle transacties tussen farmaceutische industrie of groothandel en
de commissieleden vermeld staan in het Transparantieregister Zorg? Zo nee, vindt u
het belangrijk dat van zorgverleners die richtlijnen vaststellen duidelijk is of zij
banden met de industrie hebben?
Vraag 12
Is het waar dat twee cardiologen door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
werden afgevaardigd naar deze commissie maar eisten dat vooraf al ingestemd werd met
een verlaging van de LDL streefwaarde naar 1.8? Zo ja, wat zegt dat volgens u over
de onafhankelijke, wetenschappelijk onderbouwde en transparante wijze waarop richtlijnen
tot stand dienen te komen?
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat deze twee cardiologen in 2016 en 2017 meerdere malen
geld ontvingen van de fabrikant van het geneesmiddel dat dankzij de nieuwe richtlijn
vaker voorgeschreven zou moeten worden? Wat is uw reactie daarop?
Vraag 14
Hoeveel ontvingen deze cardiologen in 2018 van de farmaceutische industrie? Hoeveel
ontvingen zij over de jaren 2016 en 2017?
Vraag 15
Bent u met mij van mening dat geneesmiddelen die uit preventief oogpunt gegeven worden
moeten voldoen aan de gouden standaard, aangetoonde bewezen effectiviteit en veiligheid?
Zo ja voldoen Repatha en andere PCSK-9 remmers hieraan?
Vraag 16
Welke mogelijkheden heeft u om er voor te zorgen dat commissies die richtlijnen vaststellen
onafhankelijk en transparant te werk gaan?
Vraag 17
Vindt u het gewenst dat leden van een commissie die een richtlijn vaststellen financiële
banden hebben met de farmaceutische industrie? Zou het mogelijk zijn artsen te vinden
die geen banden hebben met de industrie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wordt
niet besloten dat alleen onafhankelijke artsen die geen banden met de industrie hebben
(gehad) zulke belangrijke richtlijnen kunnen vaststellen?
Vraag 18
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het algemeen overleg Geneesmiddelenbeleid
van 6 juni aanstaande?