Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over berichten dat foute zorgondernemers makkelijk door aanbestedingsprocedures komen (ingezonden 6 mei 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van bovenbedoelde berichten in Tubantia en op Skipr?1 en 2

Vraag 2

Vindt u het vreemd dat zorgaanbieders die opzettelijk de fout ingaan met zorggeld, toch gewoon (elders) een nieuw contract krijgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Vindt u het een goede zaak dat bij (in dezelfde regio gelegen) gemeenten voor zorgaanbieders blijkbaar totaal verschillende eisen gelden om in aanmerking te komen voor een contract, zodat bijvoorbeeld een zorgondernemer die eerder in de fout is gegaan in de ene gemeente niet en in de andere gemeente wel zijn activiteiten kan voortzetten? Zo ja, hoe legt u dat uit aan de inwoners van desbetreffende gemeenten?

Vraag 4

Ziet u het risico op zaken als «shopgedrag» en het op een andere plek voortzetten van bijvoorbeeld frauduleuze praktijken als gemeenten zo verschillend omgaan met controle en toezicht? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Vindt u het voor het eerst controleren op kwaliteit pas na gunning van een contract een effectieve werkwijze?

Vraag 6

Heeft u zicht op de met fraude in de zorg gepaard gaande bedragen daar waar gemeenten belast zijn met controle en toezicht?

Vraag 7

Staat u nog achter uw conclusie dat u er vertrouwen in heeft dat gemeenten de verantwoordelijkheid nemen om onverantwoorde risico’s te voorkomen bij de selectie van aanbieders? Zou u kunnen omschrijven welke risico’s in uw ogen «verantwoord» zijn? Vallen de in de artikelen genoemde situaties, waarmee heel veel voor de zorg bestemd publiek geld niet aan zorg is besteed, wat u betreft onder «verantwoord»?3

Vraag 8

Nu u niet bereid bent bijvoorbeeld aanbieders in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) onder het wetsvoorstel Wet Toetreding Zorgaanbieders te laten vallen, hoe gaat u er dan voor zorgen dat de aanpak van fraude effectiever wordt? Gaat u daarbij ook uit van het principe dat een serieuze controle vooraf noodzakelijk is? Gaat u daarbij zorgdragen voor meer uniformiteit in die aanpak door gemeenten?4


X Noot
3

Aanhangsel van de Handelingen II, Vergaderjaar 2018–2019, 2474.

X Noot
4

Aanhangsel van de Handelingen II, Vergaderjaar 2018–2019, 2474.

Naar boven