Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over starre mestprocedure die leidt tot extra kosten (ingezonden 30 april 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met de nieuwe regels die met ingang van dit jaar gelden voor mest die als dikke fractie het erf verlaat en bemonsterd moet worden door een onafhankelijke partij?

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de extra kosten die een boer met ingang van dit jaar in deze situatie moet maken? Zo ja, wat zijn deze extra kosten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat vindt u van deze forse lastenverzwaring voor de boer?

Vraag 4

Vindt u deze lastenverzwaring verdedigbaar in een periode waarin u al veel van de boeren vraagt?

Vraag 5

Bent u op de hoogte van de procedure die een boer moet volgen om de mest (in dit voorbeeld de dikke fractie die naar een perceel van de buurman gaat) uit te rijden? Zo ja kunt u deze procedure beschrijven?

Vraag 6

Bent u ervan overtuigd dat u deze regeling zo simpel en efficiënt mogelijk, met de laagste kosten voor de boer en een flexibele uitvoering heeft vorm gegeven? Zo ja, heeft u dit in de praktijk getoetst? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Klopt het dat een rundveehouder iedere vracht mest die van het erf gaat voor 14:00 uur moet aanmelden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor een bemonstering de dag daarna en dat de rundveehouder voor ieder monster 58 euro betaalt?

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat boeren in de praktijk gehinderd worden en op extra kosten gejaagd worden door de starre invulling en uitvoering van de regel?

Vraag 9

Kunt u reflecteren op onderstaande praktijksituatie?1

Vraag 10

Deelt u de mening dat dit niet bijdraagt aan een efficiënte en flexibele werkwijze voor de boer? Zo ja, wat kan hieraan gedaan worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Kunt u aangeven waarom RVO de op een later moment aangemelde vrachten niet alsnog spoedig kan verwerken?

Vraag 12

Bent u bereid de doorlooptijd van het verwerken van de gegevens door RVO te verkorten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Kunt u de vragen een voor een beantwoorden?


X Noot
1

«De dikke fractie moet worden bemonsterd en de rundveehouder moet een melding doen van het aantal vrachten wat nodig is om de mest te vervoeren naar de loonwerker op het land bij een buurman. Omdat het gewicht aan mest wat in de strooier gaat om de mest te verspreiden over het land afhankelijk is van de berijdbaarheid van het land (door vaak niet te beïnvloeden factoren zoals de gesteldheid van de bodem door bv regen) wordt het aantal vrachten geschat. De rundveehouder schat 5–10 vrachten nodig te hebben. Er worden 8 vrachten aangemeld bij RVO (een boer zal niet te hoog gaan zitten anders ben je 58 euro per vracht kwijt ook voor een niet uitgevoerde bemonstering). Uiteindelijk blijken er 11 vrachten nodig te zijn. De 3 vrachten die nog niet zijn aangemeld bij RVO kunnen niet dezelfde dag alsnog worden aangemeld. Dat betekent dat de loonwerker en de monsternemer een volgende dag terug moeten komen. De rundveehouder draait voor de extra kosten van deze trage dienstverlening op. Ook de akkerbouwer kan in deze praktijksituatie niet verder met zijn werkzaamheden en maakt dus ook extra kosten voor bijvoorbeeld personeel.»

Naar boven