Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over het bericht dat jongeren die grensoverschrijdend gedrag vertonen niet worden behandeld (ingezonden 25 april 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Tientallen jongeren met grensoverschrijdend gedrag worden niet behandeld»?1

Vraag 2

Heeft u een landelijk overzicht van het aantal jongeren met soortgelijk risicovol gedrag dat hiervoor forensische gezondheidszorg ontvangt? Laten deze cijfers een zelfde trend zien als in Rotterdam? Zo nee, bent u bereid deze inventarisatie op te nemen in uw huidige onderzoek naar de staat van de jeugdzorg?

Vraag 3

Deelt u de mening dat tekenen van dit type gedrag bij jongeren uiterst serieus genomen moeten worden en door de juiste, forensisch gespecialiseerde, klinieken dienen te worden behandeld?

Vraag 4

Heeft u inzicht in hoe het kan voorkomen dat een rechterlijk vonnis tot behandelen niet wordt nageleefd? Welke rol spelen wachttijden hierbij? Welke mogelijke maatregelen kunnen worden genomen om te voorkomen dat dit gebeurt?

Vraag 5

Bent u bereid, zoals de gemeenten vragen, deze signalen serieus te nemen en gehoor te geven aan de financiële vraag zodat deze risicovolle groep jongeren tijdig geholpen wordt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoe interpreteert u deze signalen vanuit de forensische ggz in het licht van de recente groepsverkrachtingen die zich in dezelfde regio afspeelden?2 Is dit naar uw mening aanleiding om een nationale aanpak door uw ministeries gezamenlijk te laten formuleren?

Naar boven