Vragen van de leden Kröger (GroenLinks), Schonis (D66) en Gijs vanDijk (PvdA) aan
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het rondetafelgesprek inzake MSC
Zoe (ingezonden 17 april 2019).
Vraag 1
Bij hoeveel van de circa 110 schepen die jaarlijks worden geïnspecteerd door de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT), worden ernstige gebreken vastgesteld, die potentieel
de veiligheid van mens en milieu in gevaar brengen? Hoeveel boetes of andere sancties
zijn hiervoor uitgedeeld?
Vraag 2
Komen schepen, reders en sjorbedrijven waarbij eerder overtredingen zijn vastgesteld,
onder verscherpt toezicht?
Vraag 3
Als de «lashing rods» waarmee de containers vastzitten zo gemaakt moeten zijn dat
containers bij te veel slagzij losbreken en overboord slaan om te voorkomen dat het
schip kapseist, is dan de stapel containers niet sowieso te hoog? Moeten de marges
voor veilig laden en varen niet veel ruimer zijn, zodat het bewust laten losscheuren
bij «normaal» ruig weer niet voorkomt?
Vraag 4
Waarom komt er geen speciale plek op schepen voor containers met gevaarlijke lading,
waar ze wel buiten, maar ook laag en in lage stacks staan, zodat ze een gering risico
voor het schip vormen, maar ook niet snel overboord slaan?
Vraag 5
Ten koste van welke andere controlerende taak van de ILT gaat het aangekondigde extra
toezicht op het veilig vastzetten van lading?
Vraag 6
Welke (persoonlijke) privacyissues zijn gemoeid met de vertrouwelijkheid van vrachtbrieven
en ladingen? Kunnen ladingdeclaraties en vrachtbrieven niet zo geanonimiseerd of gecodeerd
worden dat de inhoud van een container wel bekend of opvraagbaar is, maar de details
van de eigenaar niet? Welk bezwaar zou hiertegen zijn?
Vraag 7
Welke regels en internationale afspraken moeten worden gewijzigd om de inhoud van
containers en hele scheepsladingen bij calamiteiten snel beschikbaar te krijgen?
Vraag 8
Zijn de vrachtbrieven en de inhoud van schepen en containers ook onbekend en niet
beschikbaar voor de douane? Zo nee, waarom dan wel voor andere overheidsdiensten?
Vraag 9
Klopt het dat het steeds drukker wordt op de scheepvaartroutes langs Nederland? Klopt
het dat daarmee ook het risico op ongelukken met grote (container)schepen is toegenomen?
Kunt u toelichten op welke manier deze toename van risico’s wordt geadresseerd?
Vraag 10
Welke risico’s zouden erbij komen als alle grote (container)schepen worden verplicht
om de verder gelegen vaarroute van Oost-Friesland Stelsel en German Bight Western
Approach te nemen? Bent u bereid dit bij de International Maritime Organization (IMO)
aan te kaarten?
Vraag 11
Op welke manier en door wie wordt er gecontroleerd of schepen wel de juiste routes
bevaren? Hoe wordt hierop gehandhaafd?
Vraag 12
Is er contact geweest met de herkomsthaven van de MSC Zoe en wordt daar onderzoek
gedaan naar de oorzaak en/of de eigen rol in deze ramp?
Vraag 13
Zijn er verscherpte veiligheidseisen voor containers met gevaarlijke lading en, zo
ja, waar bestaan deze uit? Bent u bereid om extra eisen, zoals stevigheid en traceerbaarheid
via GPS en sonar, op te nemen als eis en te bespreken in internationaal verband?
Vraag 14
Welke extra eisen aan de veiligheid van schepen en lading kan Nederland stellen aan
schepen die ons land passeren zonder hier aan te meren? Tot hoever strekt de bevoegdheid
van de Kustwacht en andere diensten om schepen op zee te controleren en gebeurt dit
ook?
Vraag 15
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg Maritiem op 29 mei 2019?