Vragen van de leden Wassenberg en Van Raan (beiden PvdD) aan de Minister van Economische
Zaken en Klimaat over de (bij)stook van biomassa in centrales (ingezonden 11 april
2019).
Vraag 1
Heeft u de aflevering van Nieuwsuur gezien over het bijstoken van (houtige)biomassa in kolencentrales?1
Vraag 2
Onderschrijft u dat het (bij)stoken van biomassa in centrales de meest klimaatvervuilende
energie per kilowattuur (kWh, elektriciteit) en gigajoule (GJ, th) oplevert? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 3
Onderschrijft u dat de CO2-uitstoot door biomassa-bijstook in kolencentrales per kWh. 2,3 maal zoveel is als
bij gasstook en dat de uitstoot zelfs 3 keer zoveel is wanneer biomassa wordt verstookt
in kleinere biomassa-centrales? Kunt u aangeven welk aandeel afkomstig is van de productie,
het transport en de verwerking van biomassa? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Onderschrijft u dat de classificatie van het stoken van biomassa als CO2-neutraal slechts een papieren werkelijkheid is, alleen al omdat het transport en
de verwerking van biomassa CO2-uitstoot veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de inzet van biomassa vanaf 2016 tot 2020 mogelijk 17 maal zo
veel wordt?2 Zo ja, is daarmee de conclusie gerechtvaardigd dat er in 2020 mogelijk 10 á 12 MT
meer CO2 de lucht in gaat dan wat nu op papier geschetst wordt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat een vrijstelling voor de CO2-heffing een onterechte beloning zou zijn voor biomassa (bij)stook en zo kan werken
als een perverse prikkel? Zo ja, bent u bereid de CO2-heffing ook voor biomassa (bij)stook te laten gelden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van de (te verwachten) groei van de inzet van biomassa
en biobrandstoffen in de energiemix van 2016 (start van omvangrijke bijstook), 2020
(CO2-doelstelling Urgenda Klimaatzaak) en 2023 (EU-doelstelling hernieuwbare energie),
aangevuld met een berekening van de daadwerkelijke emissies verbonden aan dat gebruik?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Onderschrijft u de dreiging en de grote impact van het bereiken van de zogenaamde
omslagpunten («tippingpoints»), zoals aan de orde bij het smelten van landijs en de
methaanuitstoot uit permafrost, mogelijk al op een termijn van 15 tot 30 jaar? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 9
Heeft de CO2-uitstoot van een steeds omvangrijkere inzet van biomassa en biobrandstoffen een versnellend
effect op de nadering van dergelijke omslagpunten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Onderschrijft u de opvatting van vele deskundigen (onder andere Tropenbos Int.) dat
het gemiddeld 60 tot 100 jaar duurt voor de CO2-uitstoot van houtstook weer in bossen is vastgelegd (los van de bijkomende CO2-uitstoot van het transport, het vrijkomen van CO2 uit de achterblijvende wortels, de luchtverontreiniging, het verlies aan biodiversiteit
etcetera)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Erkent u dat alleen wanneer een korte termijn wordt genomen en alle bijkomstige CO2-uitstoot zoals opgesomd in vraag tien, het bijstoken van (houtige)biomassa energieneutraal
kan worden genoemd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Past de omvangrijke inzet van biomassa -en biobrandstoffen volgens u nog in een efficiënte
aanpak van het urgente klimaatprobleem? Zo ja, waar baseert u zich op? Zo nee, welke
maatregelen volgen hier uit voort?
X Noot
2Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019